Gebruik maken van de geavanceerde
web-based gebruikersinterface
MAC-adresfiltering instellen
Het MAC-adressenfilter is een krachtig beveiligingsinstrument waarmee
u kunt aangeven welke computers toegang hebben tot het netwerk.
Elke computer die probeert het netwerk binnen te komen maar die niet
in de filterlijst voorkomt, wordt de toegang geweigerd. Wanneer u deze
functie inschakelt, moet u van elke cliënt (computer) van uw netwerk
het MAC-adres invoeren om deze toe te laten tot uw netwerk. Met de
functie "Block" (Blokkeren) kunt u de toegang tot het netwerk voor elke
computer eenvoudig in- en uitschakelen zonder dat u verplicht bent het
MAC-adres van deze computer aan de lijst toe te voegen of daaruit te
verwijderen.
Om deze functie in te schakelen, selecteert u "Enable MAC Address
Filtering" (MAC-adressenfilter activeren)
adres in van elke computer van uw netwerk door in de betreffende
ruimte te klikken
die u aan de lijst wilt toevoegen. Klik op "Add" (Toevoegen)
en daarna op "Apply Changes" (Wijzigingen aanbrengen) om de
instellingen op te slaan. Om een MAC-adres uit de lijst te verwijderen,
klikt u eenvoudigweg op "Delete" (Wissen) naast het MAC-adres dat u
wilt verwijderen. Klik op "Apply Changes" (Wijzigingen aanbrengen) om
de instellingen op te slaan.
Let op:
Het MAC-adres van de computer waarmee u toegang hebt tot
de beheerfuncties van de router (dus de computer die u nu gebruikt)
kunt u niet verwijderen.
(2)
en het MAC-adres in te voeren van de computer
(1)
. Voer vervolgens het MAC-
67
67
(1)
(2)
(3)
10
(3)
1
2
3
4
5
6
7
8
9