Bij blokkeren van het zaagblad onmiddellijk de
motor uitschakelen.
Probeer niet om extreem kleine werkstukken te
zagen.
Tijdens het bewerken moet het werkstuk goed vast-
liggen en beveiligd zijn tegen verschuiven.
Stoffen afkomstig van bepaalde materialen, zoals
loodhoudende verf, enkele houtsoorten, mineralen
en metaal, kunnen schadelijk zijn voor de
gezondheid. Het aanraken of inademen van deze
stoffen kan bij de gebruiker of personen die zich in
de nabijheid bevinden leiden tot allergische reacties
en/of aandoeningen aan de luchtwegen.
Bepaalde stoffen, zoals van eiken of beuken,
gelden als kankerverwekkend, met name in
verbinding met additieven voor de houtbehandeling
(chromaat, houtbeschermingsmiddelen).
Asbesthoudend materiaal mag alleen worden
bewerkt door vaklui.
- Maak zo mogelijk gebruik van stofafzuiging.
- Om een hoge mate van stofafzuiging te bereiken,
kunt u samen met dit gereedschap een geschikte
Metabo-stofafzuiger gebruiken.
- Zorg voor een goede ventilatie van de werkplaats.
- Het wordt aanbevolen om een stofmasker met
filterklasse P2 te dragen.
Neem de voorschriften in acht die in uw land voor
de te bewerken materialen van toepassing zijn.
Gebruik een zaagblad dat geschikt is voor het te
zagen materiaal.
Verharste of met lijmresten vervuilde zaagbladen
schoonmaken. Vuile zaagbladen leiden tot een hogere
wrijving, het beklemd raken van het zaagblad en een
verhoogd risico van terugslag.
5. Overzicht
Zie pagina 2.
1 Stelwiel voor toerentalinstelling*
2 Indicatielichtje elektronische signalen*
3 Kabelgeleiding
4 Voetplaat
5 Schaal (hoek voor schuin zagen)
6 Arrêteerschroef (voor schuin zagen)
7 Zaaglijn-aanwijzer
8 Arrêteerschroef (parallel-aanslag)
9 Parallel-aanslag
10 Hendel (terugzwenken van de bewegende
beschermkap)*
11 Blokkeerknop
12 Schakelaardrukker
13 Aansluitstuk
14 Contramoer (zaagbladhoek afstellen)
15 Stelschroef (zaagbladhoek afstellen)
16 Opbergvak voor ringsleutel
17 Arrêteerschroef (zaagdiepte)
18 Asvergrendelingsknop
19 Schaal (zaagdiepte)
20 Markering (buitendiameter zaagblad)
21 Binnenste zaagbladflens
22 Zaagblad
23 Buitenste zaagbladflens
24 Zaagblad-bevestigingsschroef
25 Splijtwig
26 Beweeglijke beschermkap
27 Binnenzeskantschroef (splijtwiginstelling)
* afhankelijk van uitrusting
6. Inbedrijfstelling, instellen
Controleer, voordat de machine in gebruik
wordt genomen, of de op het typeplaatje
aangegeven spanning met de netspanning overeen
komt.
Stekker uit het stopcontact trekken, voordat
enige instelling of
onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd worden.
6.1
Splijtwig instellen
De splijtwig (25) voorkomt, dat het hout zich tijdens
het zagen achter het zaagblad sluit en het zaagblad
inklemt. Daardoor zou een terugslag kunnen
ontstaan.
De splijtwig moet zodanig ingesteld zijn, dat
de afstand tussen zijn inwendige ronding en
de tandkrans van het zaagblad niet groter dan
5 mm is. De splijtwig zodanig instellen, dat het
diepste punt van het zaagblad niet meer dan 5 mm
onder de onderste rand van de splijtwig uitsteekt.
Zie afbeelding pagina 3.
Voor te verstellen de binnenzeskantschroef (27)
losdraaien, de juiste afstanden tot het zaagblad
instellen en de binnenzeskantschroef weer
vastdraaien.
6.2
Zaagdiepte instellen
Voor het instellen de arrêteerschroef (17)
losdraaien. Het motordeel tegen de voetplaat (4)
optillen of neerlaten. De ingestelde zaagdiepte kan
op de schaal (19) afgelezen worden. De
arrêteerschroef (17) weer vastdraaien.
De meest effectieve instelling van de zaagdiepte is
zodanig, dat de tanden van het zaagblad met niet
meer dan de halve tandhoogte onder het werkstuk
uitsteken. Zie afbeelding pagina 2.
De spankracht van de arrêteerschroef (17) kan
ingesteld worden. Hiervoor de schroef van de
hendel afschroeven. Hendel wegnemen en tegen
de wijzers van de klok in verplaatst weer
aanbrengen. Met schroef bevestigen. Hierbij moet
erop gelet worden, dat bij geopende hefboom de
snijdiepte-instelling soepel loopt.
6.3
Zaagblad schuin zetten voor schuin
zagen
Voor het instellen de arrêteerschroef (6) losdraaien.
Het motordeel tegen de voetplaat (4) neigen. De
ingestelde hoek kan op de schaal (5) afgelezen
worden. De arrêteerschroeven (6) weer
vastdraaien.
6.4
Zaagbladhoek corrigeren
De zaagbladhoek is in de fabriek ingesteld.
Wanneer bij 0° het zaagblad niet in een rechte hoek
t.o.v. de voetplaat staat: Arrêteerschroef (6)
NEDERLANDS nl
23