3
Montage
De M400-transmitter is verkrijgbaar als 1/2 DIN-versie.
Raadpleeg de bedieningshandleiding voor installatieschema's.
a
GEVAAR! Levensgevaar door elektrische schokken of kans op elektrische schokken:
De maximale schroefdiepte van de bevestigingsgaten in de behuizing is 12 mm (0,47 inch).
Overschrijd de maximale schroefdiepte niet.
1. Alleen 1/2 DIN: monteer de meegeleverde kabelwartels op de behuizing.
2. Monteer de transmitter. U hebt de volgende mogelijkheden:
– paneelmontage, wandmontage of leidingmontage
4
Elektrische aansluiting
a
GEVAAR! Levensgevaar door elektrische schokken: schakel het instrument uit voordat u de
elektrische aansluiting maakt.
1. Schakel de voedingsspanning uit.
2. Sluit de netvoeding aan op de terminals L, N en (aarding).
3. Sluit de sensor aan op terminalblok TB3.
4. Sluit analoge uitgangs-, analoge ingangs- en digitale ingangssignalen aan op terminal-
blok TB2.
5. Sluit relaisuitgangssignalen aan op terminalblok TB1.
6. Sluit de HART-modem als volgt aan voor HART-communicatie: AO1+ / HART+ en AO1- /
HART- (communicatiebelasting 230 – 500 ohm). Let op de polariteit.
7. Sluit de FOUNDATION fieldbus aan op FF+ en FF- voor FF-communicatie. Let op de pola-
riteit.
Raadpleeg voor terminaldefinities de bedieningshandleiding.
Dit is een 4-draadsproduct met een actief analoog uitgangssignaal van 4-20 mA. Voorzie niet
in stroom naar de analoge uitgangsklemmen. M400 4-draads FF-versie heeft geen analoge
uitgangen.
nl
127