NL
Compacte Dimplex-luchtbuffers
Uitvoeringen: CABC10A, CABC10E, CABC10W, CABC15A, CABC15E en CABC15W
DABC10A, DABC10E, DABC10W, DABC15A, DABC15E en DABC15W
BELANGRIJK: NEEM DEZE INSTRUCTIES ZORGVULDIG DOOR EN BEWAAR ZE VOOR NASLAGDOELEINDEN
BELANGRIJK VEILIGHEIDSADVIES
Het luchtinlaat- of uitlaatrooster mag NIET WORDEN AFGEDEKT OF
GEBLOKKEERD.
ZORG DAT HET APPARAAT GEAARD IS.
Gebruik deze verwarmer niet op een zeer stoffige locatie.
Plaats deze verwarmer niet pal boven of onder een vast stopcontact
of aansluitkast.
Koppel altijd de netvoeding af voordat u aan het product gaat werken.
Dit toestel mag alleen worden aangesloten op de vaste bedrading
van het gebouw via een buis.
Dit product moet veilig worden gemonteerd, uitsluitend aan een
stevige wand of plafond.
Bespuit dit product niet met water en dompel ook niet onder
in water.
Controleer of de voedingskabels voldoende capaciteit hebben en
door een passende zekering zijn beveiligd.
Als het apparaat in een toilet of badkamer wordt gemonteerd, mag
het nergens aangeraakt kunnen worden door personen die een bad
of een douche nemen.
Als het apparaat in een toilet of badkamer wordt gemonteerd, breng
dan buiten de badkamer en naast de toegangsdeur een aan/uit-
schakelaar aan.
WAARSCHUWING:
Schakel
onderhoudswerkzaamheden de elektriciteitstoevoer naar ALLE
modulair geschakelde eenheden uit.
Uitvoeringen
Uitvoering Warmteafgifte
Elektrische
kW
OMGEVINGSTEMPERATUUR / GEKOELDE OPSLAG
CABC10A
220-240V~ 1PN
n.v.t.
CABC15A
220-240V~ 1PN
n.v.t.
DABC10A
220-240V~ 1PN
n.v.t.
DABC15A
220-240V~ 1PN
n.v.t.
ELEKTRISCHE VERWARMING
CABC10E
4,5 / 9,0
380-415V~ 3PN
CABC15E
6,75 / 13,5
380-415V~ 3PN
DABC10E
6,0 / 12,0
380-415V~ 3PN
DABC15E
9,0 / 18,0
380-415V~ 3PN
WATERVERWARMING (bij 82/71 °C - LPHW)**
CABC10W
9,0
220-240V~ 1PN
CABC15W
13,5
220-240V~ 1PN
DABC10W
12,0
220-240V~ 1PN
DABC15W
18,0
220-240V~ 1PN
Elektrisch
De installatie van dit apparaat moet worden uitgevoerd door een bevoegde elektricien
en in overeenstemming met de actuele IEE-regelgeving voor elektrische
aansluitingen.
Bevestigingsposities
Dit apparaat kan aan een wand of plafond worden gemonteerd – zie afb. 3a en 3b
voor diverse bevestigingsposities en de paragrafen 'Wandmontage' en
'Plafondmaontage' hierna, voor details over de montage.
Er is een minimale afstand van 100 mm vereist tussen de bovenkant van het
apparaat en het plafond (zie 'a' in afb. 1).
Ook moet een minimale afstand worden aangehouden tussen de onderkant van het
apparaat en de bovenkant van de deur (zie 'b' in afb. 1).
bij
het
uitvoeren
Elektrische
Gewicht
belasting
voeding
(per fase)
A
kg
0,3
15,5
0,5
21,5
1,5
21,5
2,3
27,5
14
20,5
20
29
18
26,5
27
35
0,3
17,7
0,5
24,6
1,5
24,7
2,3
31,9
(9)
Wandmontage
Gebruik de wandmontagesteun als sjabloon (zie afb. 2) en markeer de gatposities op
de wand (houd een minimumhoogte van 2,0 meter aan vanaf vloerniveau tot
de onderzijde van de steun). Plaats de montagesteun zodanig dat de luchtuitlaat van
de geïnstalleerde luchtbuffer zo dicht mogelijk nabij de bovenrand van de deur
komt, maar deze na installatie niet blokkeert.
In muren van massief baksteen of beton moeten gaten worden geboord
waarin Nr. 8 pluggen worden aangebracht (gebruik een waterpas - zie 'x' in
afb. 2 - om te zorgen dat de steun horizontaal komt). De plug moet in het
massieve gedeelte van de wand steken, niet alleen in de stucwerklaag.
Bevestig bij montage aan gipsplaat- of paneelwanden de wandmontagesteun
aan het onderliggende regelwerk met Nr. 8 houtschroeven of bevestig op een
andere en even veilige wijze.
Zodra de wandmontagesteun is aangebracht, kunt u de luchtbuffer op zijn plaats
vastklemmen zoals getoond in afb. 3a.
Plafondmontage
Door het gebruik van schroefinzetstukken in het bovenpaneel van de luchtbuffer
kan het product aan het plafond erboven worden bevestigd met geschikte M8 stalen
draadeind of soortgelijke bevestigingen die voldoende sterk zijn - zie afb. 3b en
afb. 9 voor afmetingen.
Elektrische aansluiting
Aansluitingen voor elektrische voeding en besturing worden gemaakt zoals getoond
in afb. 6. Een geschikte lokale hoofdschakelaar moet worden aangebracht in het
elektrisch voedingscircuit, met tenminste 3 mm speling rondom elke aansluitpool.
Voor toegang tot de elektrische aansluitingen verwijdert u de uitlaatroosters
('x' en 'y' in afb. 4) door zoals getoond de snelsluitingen los te maken en de panelen
te scharnieren. Verwijder het onderste panel ('z' in afb. 4) en de drukplaat
('w' in afb. 4) voor een water/-luchtverhittingsuitvoering of de inlaatroosterconstructie
van
('v' in afb. 4) voor een elektrische versie.
Alle elektrische uitvoeringen
Verwijder een 'uitbreekopening' in het bovenpaneel, haal een passende voedingskabel
(zie 'a' in afb. 6A en 6B) door een geschikte kabeldoorvoer (niet meegeleverd)
aangebracht in het bovenpaneel en bevestig de kabel aan het aansluitblok (zie
'b' in afb. 6A en 6B).
Maximale
Alle water- en luchtverhittingsuitvoeringen
montage-
Verwijder een 'uitbreekopening' in het bovenpaneel, haal een passende voedingskabel
hoogte
(zie 'a' in afb. 6C en 6D) door een geschikte kabeldoorvoer (niet meegeleverd)
aangebracht in het bovenpaneel en bevestig de kabel aan het aansluitblok (zie
m
'b' in afb. 6C en 6D).
Een geschikte kabel voor een schakelpaneel (set ref. – CABC3 voor elektrisch
2,7
verwarmde modellen of CABC4 voor water-/luchtverhittingsuitvoeringen) kan
eveneens door het bovenpaneel worden gehaald en op het aansluitblok van het
2,7
schakelpaneel worden aangesloten.
4,0
4,0
NB: Controleer voordat u het apparaat in gebruik neemt of de luchtbuffer
in montagepositie stevig is bevestigd en of de voedingskabels stevig
zijn vastgezet.
2,7
2,7
Watertoevoer
4,0
4,0
Uitvoeringen die bedoeld zijn voor gebruik met een heetwatertoevoer op lage druk
behoren afzonderlijk (in een parallel circuit) te worden aangesloten op de waterstroom-
en terugvoerleidingen. Aansluitingen (zie 'a' in afb. 5) zijn: ½" BSPF-schroefdraad
2,7
(British Standard Pipe Thread) (CABC-serie) en ¾" BSPF-schroefdraad (DABC-
2,7
serie); afsluiters (zie 'b' in afb. 5) dienen zo dicht mogelijk bij de
4,0
luchtbufferaansluitpunten te worden aangebracht. Voor inbedrijfstelling zijn
ontluchtingskleppen (zie 'c' in afb. 5) aan het pijpensysteem gemonteerd, die
4,0
toegankelijk zijn door het onderpaneel en het inlaatrooster te verwijderen - zie afb. 4.
De afvoer (zie'd' in afb. 5) is eveneens toegankelijk zodra rooster en onderpaneel
zijn verwijderd.
Maximumwaarden voor watertoevoer zijn 115ºC en 10 bar.
Om de installatie te vergemakkelijken, kunt u de verbindingen van
het waterbuizensysteem aan weerszijden van het toestel plaatsen. Door het
buizensysteem en de verwijderbare delen te verwijderen, kan het buizensysteem
weer worden teruggeplaatst op de vereiste plaats. Deze procedure moet worden
uitgevoerd voordat het toestel wordt gemonteerd.
Installatie- en gebruiksinstructies