BASIS PROGRAMMERING
Display
STATUS VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM:
verlaten van de programmering, opslag van de
gegevens en terugkeer naar weergave van de
status van de poort.
00
= Gesloten
01
= Gaat open
St
02
= op "STOP"
03
= Open
04
= In pauze
05
= Ingreep door "FAIL SAFE" (cap.5.2.)
06
= Gaat dicht
07
= Keert om
08
= ingreep fotocellen
5.2. GEAVANCEERDE PROGRAMMERING
Om toegang te krijgen tot de GEAVANCEERDE PROGRAMMERING moet
op de knop F worden gedrukt, en terwijl deze ingedrukt gehouden wordt,
op de knop +:
als de knop + wordt losgelaten, verschijnt de naam van de eerste functie
•
op het display.
als ook de knop F wordt losgelaten, verschijnt de waarde van de functie
•
op het display; deze kan worden gewijzigd met de toetsen + en -.
•
door op de toets F te drukken (en hem ingedrukt te houden) verschijnt
de naam van de volgende functie; als hij wordt losgelaten verschijnt de
waarde die kan worden gewijzigd met de toetsen + en -.
aangekomen bij de laatste functie zult u de programmering verlaten als
•
u opnieuw op F drukt, en hervat het display de weergave van de status
van de poort.
In de volgende tabel wordt de sequens van functies gegeven die kunnen
worden opgeroepen bij de GEAVANCEERDE PROGRAMMERING:
GEAVANC. PROGRAMMERING
Display
MAX. KOPPELMOMENT:
aan het begin van de beweging werkt de motor
met het maximale koppel (en houdt hierbij geen
b0
rekening met de instelling van het koppel) . Nuttig
voor zware vleugels.
Y
= Actief
no
= Uitgeschakeld
REMMING AAN EINDE:
wanneer de poort de eindschakelaar activeert bij
opening of sluiting, is het mogelijk een rembewe-
ging in te stellen om te garanderen dat de vleugel
onmiddellijk stilhoudt. Als er verlangzamingen
geselecteerd zijn, zal de remming aan het eind
hiervan beginnen.
br
00
Met de waarde
is de remming buiten werking.
De tijd kan worden ingesteld tussen
stappen van 0,01 seconden.
B.v.: als het display B.v.: als het display
correspondeert de remtijd met 1 seconde.
00
= remming uitgeschakeld
01
20
van
tot
= tijdsgeschakelde remming
FAIL SAFE:
als deze functie geactiveerd wordt, wordt vóór
elke beweging van het hek een bedrijfstest van
de fotocellen uitgevoerd. Als de test niet goed
FS
afloopt (fotocellen buiten werking, gesignaleerd
05
door de waarde
poort de beweging niet.
Y
= Actief
no
= Uitgeschakeld
VOORKNIPPERFUNCTIE (5 sec.):
hiermee kan de voorknipperfunctie voor het be-
gin van de beweging 5 seconden lang worden
geactiveerd.
PF
no
= Uitgeschakeld
oP
= Alleen vóór de opening
CL
= Alleen vóór de sluiting
OC
= Vóór elke beweging
F
Functie
Default
+
F +
Functie
Default
05
01
20
en
in
10
aangeeft,
no
op het display), begint de
no
GEAVANC. PROGRAMMERING
Display
CONTROLELAMPJE:
door selectie van
standaard controlelampje (dat brandt bij opening
en pauze, knippert bij sluiting, uit is als het hek
gesloten is).
Verlichting: Andere cijfers corresponderen met de
tijdsgeschakelde activering van de uitgang, die
kan worden gebruikt (via een relais) om de verli-
chting te voeden. De tijd kan worden ingesteld van
0
59
tot
sec. met stappen van 1 sec., en van
4.1
minuten met stappen van 10 sec.
Bediening elektroslot en verkeerslichtfuncties:
Als vanuit instelling
wordt het commando voor het elektroslot voor
E1
sluiting
door opnieuw op
mando voor het elektroslot voor sluiting en opening
E2
geactiveerd;
SP
door opnieuw op de toets
verkeerslichtfuncties
00
= standaard controlelampje
01
4.1
van
tot
E1
= commando elektroslot vóór de opening-
sbeweging.
E2
= commando elektroslot vóór de openings- en
sluitingsbeweging.
E3
= verkeerslichtfunctie: de uitgang is actief in de
status "open" en "geopend in pauze", en wordt 3
seconden voor het begin van de sluitingshandeling
gedeactiveerd.
Vóór de sluiting is de voorknipperfunctie 3
seconden actief.
E4
= verkeerslichtfunctie: de uitgang is alleen actief
in de status "gesloten".
de uitgang mag niet meer worden belast dan
maximaal is toegestaan (24V dc - 3W).
Y
Gebruik indien nodig een relais en een
voedingsbron buiten de apparatuur.
LOGICA FOTOCELLEN SLUITING:
selecteer de wijze waarop de fotocellen bij sluiting
ingrijpen.
Grijpen alleen in op de sluitende beweging: blo-
Ph
kkeren de beweging en keren hem om wanneer
ze gedeactiveerd worden, of keren hem onmid-
dellijk om.
Y
= Omkering bij deactivering
no
= Onmiddellijke omkering in opening
LOGICA FOTOCELLEN OPENING:
selecteer de wijze waarop de fotocellen bij ope-
ning ingrijpen.
Grijpen alleen in op de openende beweging:
oP
blokkeren de beweging en keren hem om wan-
neer ze gedeactiveerd worden, of keren hem
onmiddellijk om.
Y
= Onmiddellijke omkering in sluiting
no
= Omkering bij deactivering
ENCODER:
indien het gebruik van de encoder voorzien is, kan
de aanwezigheid ervan worden geselecteerd.
Als hij aanwezig en actief is, worden de "ver-
langzamingen" en "gedeeltelijke opening" door
de encoder bestuurd (zie de desbetreffende
paragrafen).
De encoder functioneert als beveiliging tegen ink-
lemming: als de poort tijdens de opening of sluiting
tegen een obstakel botst, keert de encoder de
beweging van de vleugel van de poort gedurende
EC
2 seconden om. Als de encoder nogmaals ingrijpt
tijdens de 2 seconden omkering, stopt hij de bewe-
ging (STOP) zonder een omkering uit te voeren. Als
de sensor niet aanwezig is, moet de parameter
00
op
worden gezet. Als de encoder aanwezig
is, moet de gevoeligheid van het systeem tegen
inklemming worden geregeld door de parameter
in te stellen tussen
99
(minimale gevoeligheid).
01
van
tot
voeligheid
00
= encoder uitgeschakeld
56
+
F +
Functie
00
functioneert de uitgang als
-
00
de toets
wordt ingedrukt,
geactiveerd;
-
te drukken wordt het com-
-
te drukken kunnen de
E3
E4
en
worden ingesteld.
= tijdsgeschakelde uitgang.
01
(maximale gevoeligheid) en
99
= encoder actief en regeling ge-
Default
1.0
tot
00
no
no
00