Tabla de contenido
Heeft u de sensor als patiënt bij uzelf ingebracht, voer dan stap 11a uit. Heeft u de sensor als arts,
diabetesverpleegkundige of verzorger bij een patiënt ingebracht, voer dan stap 11b uit.
11a
Patiënt:
11a. Houd de sensor bij de basis
voorzichtig tegen de huid vast. Pak
de naaldbehuizing aan de bovenkant
vast en trek deze langzaam, recht
omhoog van de sensor af.
WAARSCHUWING: Controleer of er geen bloeding optreedt rond de inbrengplaats. Als er onder,
rond of op de sensor een bloeding optreedt, houdt u gedurende drie minuten een steriel gaasje
of een schoon doekje op de sensor gedrukt. Als u hiervoor een niet-steriel gaasje gebruikt, kan er
infectie optreden. Als het bloeden niet ophoudt, verwijdert u de sensor en blijft u gelijkmatig druk
uitoefenen tot het bloeden stopt.
11b
OF
Arts, diabetesverpleegkundige of verzorger:
11b. Wikkel een steriel gaasje om
de sensor (zoals getoond in
Afbeelding 11b). Houd de sensor bij
de basis voorzichtig tegen de huid
vast. Pak de naaldbehuizing aan
de bovenkant vast en trek deze
langzaam, recht omhoog van de
sensor af.
- 56 -
Tabla de contenido
