Nederlands-20
Foutcodes
Als u een fout wilt wissen, drukt u op de Stop-toets, zet u de drive uit en aan of
stelt u A100 [Fout wissen] in op 1 of 2.
Nr.
Fout
(1)
F2
Aux ingang
F3
Verm.verlies
(1)
F4
Onderspanning
(1)
F5
Overspanning
(1)
F6
Motor gestopt
(1)
F7
Motoroverbelast
(1)
F8
Overtmp koelvin
F12
Overstroom HW
F13
Aardfout
(1)
F29
Verlies anal ing
F33
Poging aut hstrt
F38
Fase U nr aarde
F39
Fase V nr aarde
F40
Fase W nr aarde
F41
Kortsluiting UV
F42
Kortsluiting UW
F43
Kortsluiting VW
F48
Param default
(1)
F63
Overstroom SW
F64
Drv overbelast
F70
Vermogen
F71
Verls netw
F80
SVC autotune
F81
Comm.verlies
F100 Parameter checksum Herstel fabrieksinstellingen.
F122 Defect I/O bord
(1)
Type fout Auto-reset/run. Configureer met parameters A092 en A093.
Beschrijving
Controleer de bedrading op afstand.
Bewaak de binnenkomende AC lijn op laagspanning of lijnvoedingsonderbreking.
Bewaak de binnenkomende AC lijn op laagspanning of lijnvoedingsonderbreking.
Bewaak de AC lijn op hoge lijnspanning of transiëntcondities. Bus-overspanning kan ook
worden veroorzaakt door motorregeneratie. Verleng de decel.tijd of installeer de optie
dynamische rem.
Verhoog [Accel.tijd x] of verminder de belasting zodat de uitgangsstroom van de drive de
door parameter A089 [Stroomgrens 1] ingestelde stroom niet overschrijdt.
Er is sprake van te hoge motorbelasting. Verminder de belasting zodat de uitgangsstroom
van de drive de door parameter P033 [Mtr overbel strm] ingestelde stroom niet overschrijdt.
Controleer op geblokkeerde of vuile koelvinnen. Verify Controleer of de omgevingstemperatuur
40° voor IP 30/NEMA 1/UL type 1 installaties of 50 °C voor installaties van het open
type niet heeft overschreden.
Controleer de ventilator.
Controleer de programmering. Controleer op te hoge belasting, onjuiste DC boost instelling,
te hoog ingestelde DC remspanning of andere oorzaken voor te hoge stroom.
Controleer of de motor- en externe bedrading naar de uitgangsterminals van de drive goed
geaard zijn.
Een analoge ingang is geconfigureerd op fout bij signaalverlies. Er is een signaalverlies
opgetreden.
Verhelp de oorzaak van de fout en wis de fout manueel.
Controleer de bedrading tussen de drive en motor. Controleer de motor op geaarde fase.
Controleer de motor op geaarde fase.
Vervang de drive als de fout niet kan worden gewist.
Controleer de uitgangsterminalbedrading van de motor en drive op kortsluiting.
Vervang de drive als de fout niet kan worden gewist.
De drive heeft opdracht gekregen de defaultwaarden naar EEPROM te schrijven. Wis de fout of
zet de drive uit en aan. Programmeer de driveparameters naar behoeven.
Controleer de belastingseisen en instelling van A098 [Uitsch stroom SW].
Verminder de belasting of verleng de accel.tijd.
Zet het apparaat uit en aan. Vervang de drive als de fout niet kan worden gewist.
Er is een fout opgetreden in het communicatienetwerk.
De functie Autotunen is door de gebruiker geannuleerd of mislukt.
Als de adapter niet opzettelijk is losgekoppeld, controleer dan de bedrading naar de poort.
Vervang zo nodig de bedrading, poort expander, adapters of de complete drive. Controleer
de aansluiting. Een adapter is opzettelijk losgekoppeld. Schakel hem uit met A105
[Actie comm.verls].
Zet het apparaat uit en aan. Vervang de drive als de fout niet kan worden gewist.