Temperatuur meten
Geef het apparaat voor het gebruik ongeveer 30 minuten de tijd, om zich aan de
klimaatsituatie van de omgeving aan te passen.
Houd de meetknop
oppervlak is gericht.
Terwijl u de meetknop drukt, wordt de temperatuur gemeten; hierbij wordt op
het display
5
Na het loslaten van de meetknop wordt de laatst gemeten temperatuur op het
display getoond en de laserpointer wordt uitgeschakeld.
De vastgestelde temperatuur is de gemiddelde temperatuur van het gemeten
oppervlak. Het gemeten oppervlak is een cirkel. De diameter van het te meten
oppervlak „S" is een twaalfde van de afstand van het oppervlak tot de infra-
rood sensor
2
Navolgend een paar waarden ter oriëntatie:
S (voor surface-diameter = oppervlaktedi-
ameter):
D (voor distance = afstand):
Let a.u.b. op:
Het oppervlak van het object moet duidelijk groter zijn dan het meetopper-
vlak van het apparaat. Anders is geen betrouwbare meting mogelijk.
Meet principieel in de kleinst mogelijke afstand ten opzichte van het te meten
oppervlak.
Richt het apparaat zo mogelijk verticaal op het te meten oppervlak.
Meet niet in een stoffige, stomende of rokerige omgeving.
Meet niet door transparante stoffen, zoals glas of kunststof.
46 NL/BE
ingedrukt, terwijl de laserpointer
3
„SCAN" getoond.
„D".
op het te meten
1
25 mm
75 mm
300 mm
900 mm
125 mm
1500 mm