nl
Inbedrijfname
LET OP
Toevoerhoeveelheid controleren!
Het maximale debiet moet lager zijn dan de maximale capaciteit van de pomp. Als
de toevoerhoeveelheid hoger is, kan de pomp het geaccumuleerde debiet niet
weg transporteren. De pompput kan overstromen!
Controleer bij de inbedrijfname de volgende punten:
▪ Is de elektrische aansluiting volgens de voorschriften uitgevoerd?
▪ Is de aansluitkabel veilig geïnstalleerd?
▪ Kan de vlotterschakelaar vrij bewegen?
▪ Schakelniveau gecontroleerd (minimale waterstand)?
▪ Min./max.-temperatuur van het medium aangehouden?
▪ Max. dompeldiepte aangehouden?
▪ Zijn de persleiding en pompput vrij van afzettingen?
7.1
Werking
Pomp met stekker, zonder vlotterschakelaar
De pomp wordt direct ingeschakeld nadat de stekker in de contactdoos is gestoken.
Pomp draait tot de stekker uit het contact wordt getrokken.
Pomp met stekker en vlotterschakelaar
De pomp schakelt automatisch bij het bereiken van het schakelniveau in en uit.
Pomp zonder stekker
De pomp wordt via een aparte besturing in- en uitgeschakeld. Lees voor meer infor-
matie de inbouw- en bedieningsvoorschriften van de drukverhogingsinstallatie.
7.2
Inbedrijfname bij stationaire installatie
Bij stationaire installatie moet voor inbedrijfname een testloop met drie pompactivi-
teiten plaatsvinden. Controleer tijdens de testloop de schakelpunten.
‡
‡
182
De inbouw en elektrische aansluiting zijn volgens de voorschriften uitgevoerd.
De punten voor de inbedrijfname zijn gecontroleerd.
1. Pomp inschakelen.
Stekker in het contact steken, hoofdschakelaar inschakelen.
2. Open alle afsluiters in de persleiding.
3. Pompput overstromen: Toevoer openen.
De watertoevoer mag niet direct op de pomp inwerken. Luchtbuffers kunnen de
functie van pomp beïnvloeden.
LET OP! De vereiste toevoerhoeveelheid voor de testloop kan ook via een an-
dere waterbron worden gesimuleerd.
WILO SE 2019-07