nl
7.5
Voor het inschakelen
7.6
In- en uitschakelen
562
Inbedrijfname
Raadpleeg voor de desbetreffende eisen het hoofdstuk "Ex"-bescherming in de bij-
lage van deze inbouw- en bedieningsvoorschriften en zorg dat daaraan wordt vol-
daan!
ATEX-certificering
De pompen zijn geschikt voor het bedrijf in explosieve zones:
▪ Apparaatgroep: II
▪ Categorie: 2, zone 1 en zone 2
De pompen mogen niet in zone 0 worden gebruikt!
FM-goedkeuring
De pompen zijn geschikt voor het bedrijf in explosieve zones:
▪ Beschermingsklasse: Explosionproof
▪ Categorie: Class I, Division 1
Let op: Indien de bekabeling conform Division 1 wordt uitgevoerd, is de installatie ook
in Class I, Division 2 toegestaan.
Controleer voor het inschakelen de volgende punten:
▪ Controleren van de installatie op een juiste en volgens lokale voorschriften geldige uit-
voering:
– Is de pomp geaard?
– Is de installatie van de voedingskabel gecontroleerd?
– Is de elektrische aansluiting volgens voorschriften uitgevoerd?
– Zijn de mechanische onderdelen correct bevestigd?
▪ Controleren van de niveauregeling:
– Kunnen vlotterschakelaars vrij bewegen?
– Schakelniveaus gecontroleerd (pomp aan, pomp uit, minimaal waterpeil)?
– Is er een aanvullende droogloopbeveiliging geïnstalleerd?
▪ Controleren van de bedrijfsomstandigheden:
– Is de min./max. temperatuur van het medium gecontroleerd?
– Is de max. dompeldiepte gecontroleerd?
– Is de bedrijfssituatie gedefinieerd afhankelijk van het minimaal waterpeil?
– Wordt voldaan aan de max. schakelfrequentie?
▪ Controleer de opstelplaats/bedrijfsruimte:
– Is het leidingsysteem aan de perszijde vrij van afzettingen?
– Is de toevoer of de pompput gereinigd en vrij van afzettingen?
– Zijn alle afsluiters geopend?
– Is het minimale waterpeil gedefinieerd en bewaakt?
Het hydraulische huis moet volledig met het transportmedium zijn gevuld en er mo-
gen geen luchtbuffers in het hydraulisch systeem aanwezig zijn. LET OP! Als er ge-
vaar bestaat op de aanwezigheid van luchtbuffers in de installatie, dan moeten er
geschikte ontluchtingsvoorzieningen worden aangebracht!
Tijdens het opstarten wordt de nominale spanning kortstondig overschreden. Tijdens
het bedrijf mag de nominale spanning niet meer worden overschreden. VOORZICH-
TIG! Schakel de pomp direct uit wanneer deze niet start. Verhelp eerst de storing,
voordat u de pomp opnieuw inschakelt!
Plaats pompen in een mobiele opstelling recht op een stevige ondergrond. Zet omge-
vallen pompen weer rechtop voor het inschakelen. Schroef de pompen stevig vast op
een moeilijke ondergrond.
Pompen met vrij kabeluiteinde
De pomp moet via een aparte, door de klant te leveren bediening (in-/uitschakelaar,
schakelkast) in- en uitgeschakeld worden.
Pomp met gemonteerde stekker
▪ Draaistroomuitvoering: nadat de stekker in de contactdoos is gestoken, is de pomp be-
drijfsklaar. De pomp wordt door middel van de ON/OFF-schakelaar in- en uitgescha-
keld.
Pomp met gemonteerde vlotterschakelaar en stekker
▪ Draaistroomuitvoering: nadat de stekker in de contactdoos is gestoken, is de pomp be-
drijfsklaar. De besturing van de pomp vindt plaats via twee schakelaars op de stekker:
– HAND/AUTO: vaststellen of de pomp direct (HAND) of afhankelijk van het vulniveau
(AUTO) wordt in- en uitgeschakeld.
– ON/OFF: pomp in- en uitschakelen.
WILO SE 2019-02