D - CONFIGURATIE
3.7 - Netwerk
Om de netwerkverbinding te controleren of in te stellen.
a) Druk in het submenu System Setting (Instelling Sy-
steem) op
om Network (Netwerk) te selecteren
en op OK om naar het volgende niveau te gaan.
Druk op
om "Dynamic IP" te selecteren, dan op
OK om te bevestigen en op Menu om het scherm
te verlaten.
18
18
NL
KIT DIGITAL WIRELESS
VIDEO SURVEILLANCE
b) b) Druk op het scherm Network (Netwerk), op
om Static IP (Statische IP) te selecteren, op
Address/Mask/Gateway
te selecteren en op OK om te bevestigen.
Druk op
om de waarden "0-9" in te stellen, dan
op OK om te bevestigen en op Menu om het scherm
te verlaten.
Als default wordt aanbevolen Dynamic IP (Dynamisch
IP) ingesteld te laten om automatisch de netwerkpara-
meters te bekomen.
-
Het groene symbool weergegeven op de mo-
nitor wijst erop dat de netwerkverbinding actief is.
nitor wijst erop dat de netwerkverbinding actief is.
-
- Het rode symbool weergegeven op de
monitor wijst erop dat de netwerkverbinding gedeac-
tiveerd is.
4 - SYSTEEMINFORMATIE
4.1 - Infokaart
Om de informatie op de SD-kaart te controleren
• Druk op Menu om toegang te krijgen tot het hoofd-
menu en op
om System Info (Systeeminforma-
tie) te selecteren en dan op OK om naar het volgen-
de niveau te gaan.
• Druk op
om Card info (Informatie op de kaart)
te selecteren. Alle info wordt weergegeven op het
scherm, druk op Menu om het scherm te verlaten.
om
(Adres/Masker/Gateway)