Licht de gele LED "Batterij
wordt geladen" na aansluit-
ing van de batterij niet op,
gelieve dan de volgende
punten te controleren:
• Polariteit
• Kwaliteit van de aansluiting
(geen oxidatie aan de bat-
terijklemmen)
• Toestand van de batterij
20
Een loodbatterij, die lange tijd
niet geladen is geweest, kan
gesulfateerd zijn en nog moe-
ilijk (als überhaupt) oplaadbaar
zijn.
Als de rode LED "Verkeerde
polariteit" oplicht, dan is het
laadapparaat met de verkeerde
polariteit aangesloten of werden
de batterijklemmen kortgeslo-
ten. De zekering is doorgebrand
en moet door een zekering
met gelijke stroomsterkte (20A)
vervangen worden.
Voor het vervangen van de
zekering moet het laadapparaat
gescheiden worden van het net
en van de batterij.
Licht bij het einde van het laad-
proces de groene LED "Batterij
geladen" niet op, dan kan dit
op een defecte batterij wijzen:
• Een cel is kortgesloten.
• De batterijspanning bereikt
slechts moeizaam het einde van
het laden (kan het geval zijn bij
oude batterijen)
Bescherm het laadapparaat
tegen vochtigheid. (Regen,
buiswater)
Probeer NOOIT niet oplaadbare
batterijen op te laden.
Laadapparaat alleen in verti-
cale positie bedienen.
Gelieve bij standaard-batterijen
voor het laden de vulhoogte van de
elektrolyten te controleren. Indien
nodig met gedistilleerd water aan-
vullen, tot de loodplaten bedekt zijn.
Batterij niet overvullen, omdat er
anders bij het laden verlies van
etsende zuren kan optreden.
OPGEPAST!
Ontplofbare gassen!
Vermijd vlammen en vonken.
Slechts in goed verluchte
ruimtes gebruiken.