Montaje
El dispositivo tiene que ser montado dentro
de un armario de distribución con un grado
de protección de IP 54 como mínimo. El
dispositivo dispone en su lado trasero de un
elemento de encaje elementos de encaje
para la fijación a una guía normalizada.
¡ATENCION!
La distancia de los elementos de manejo
del relé de manejo a dos manos con
respecto al lugar de peligro más próximo
tiene que ser lo suficientemente grande
como para que, después de soltar sólo
uno de los elementos de manejo, el movi-
miento peligroso se interrumpa antes de
que el operario alcance el lugar de peligro
o antes de que el operario pueda meter la
mano en el lugar de peligro
(ver prEN 999 "Velocidad brazo-mano").
Puesta en marcha
Al poner en marcha tener en cuenta:
• Conectar un fusible antes de los con-
tactos de salida (6 A de acción rápida
o 4 A de acción lenta) con objeto de
evitar la soldadura de los contactos.
• No conectar corrientes pequeñas (p.ej.
30 mA) con contactos a través de los
cuales se han conducido anteriormente
grandes corrientes.
• Al seleccionar y desmontar ambos
elementos de manejo hay que respetar
los requisitos conforme a EN 574 en
relación al accionamiento y evitación).
• Utilizar para las líneas material de
alambre de cobre con una resistencia a la
temperatura de 60/75 °C.
• El par de apriete de los tornillos en los
bornes de conexión puede ser de 1,2 Nm
como máximo.
• Respetar sin falta las indicaciones del
capítulo "Datos técnicos".
Conexión
• Conectar tierra de servicio al borde T24
(sólo con dispositivos AC) .
• Conectar tensión de alimentación en los
bornes A1 (L+) y A2 (L-).
• La tensión de alimentación tiene que ser
desconectada con la tensión de acciona-
miento (interruptor principal, Parada de
emergencia) de la instalación.
• En caso de dispositivos para 24 V DC,
derivaciones entre el circuito de entrada 1
o circuito de realimentación y el circuito
de entrada 2 pueden dañar el aparato. Se
recomienda la utilización de un suministro
de tensión resistente a los cortocircuitos.
• Circuito de entrada
- Conectar cada vez siempre sólo un
elemento de manejo a T13, T14 y a
T23, T24.
- Por favor obsérvese: Conectar sólo
contactos normalmente abiertos.
• Circuito de realimentación
Conectar contactos normalmente
cerrados de los contactores que se han
de supervisar en el circuito de realimen-
tación X1-X2 o bien - si no se necesita -
puentear X1-X2.
Montaggio
L'unità deve venire montata in un armadio
elettrico con un grado di protezione di
almeno IP 54. Per il fissaggio su di una
barra DIN l'unità è dotata di un rilievo sul
retro.
ATTENZIONE!
Gli elementi di comando del relè a
comando bimanuale devono essere ad
una sufficiente distanza dalla zona di
pericolo affinché il rilascio anche di uno
solo degli elementi provochi l'interruzione
del movimento pericoloso prima che
l'operatore possa raggiungere la zona in
questione (vedere prEN 999 "Velocità
mano-braccio").
Messa in funzione
Alla messa in funzione occorre:
• Per evitare la saldatura dei contatti,
collegare un fusibile (6 A rapido o 4 A
lento) prima dei contatti di uscita.
• Non commutare piccole potenze (p. es.
30 mA) con contatti attraverso i quali
sono state commutate in precedenza alte
potenze.
• Per la scelta e il montaggio di entrambi gli
elementi di comando rispettare i requisiti
della norma EN 574.
• Per i cavi usare materiale in filo di rame
con una resistenza termica intorno ai 60/
75 °C.
• La coppia di serraggio massima delle viti
sui morsetti deve essere 1,2 Nm.
• Attenersi assolutamente alle indicazioni
riportate al capitolo "Dati tecnici".
Collegamento
• Collegare la terra elettrica al morsetto
T24 (solo unità a CA) .
• Collegare la tensione di alimentazione ai
morsetti A1 (L+) e A2 (L-).
• La tensione di alimentazione deve essere
interrotta assieme all'alimentazione princi-
pale dell'impianto (interruttore principale,
Arresto di emergenza).
• Nel caso di unità alimentate a 24 V CC i
cortocircuiti attraverso il circuito di entrata
1 o il circuito di retroazione e il circuito di
entrata 2 possono danneggiare il relè. Si
consiglia l'utilizzo di un'alimentazione di
tensione a prova di cortocircuito con
limitazione di corrente.
• Circuito di entrata
- Collegare ogni volta solo un elemento
di comando a T13, T14 e a T23, T24.
- Nota: collegare solo i contatti di
chiusura
• Circuito di retroazione
Collegare i contatti chiusi a riposo del relè
da controllare sul circuito di retroazione
X1-X2 oppure, quando non se ne
presenta la necessità, inserire i ponti
X1-X2.
- 12 -
Montage
Het apparaat moet in een schakelkast met
een veiligheidsklasse van minstens IP 54
worden ingebouwd. Voor de bevestiging op
een DIN-rail heeft het apparaat aan de
achterzijde een inklikelement
ATTENTIE!
De afstand van de bedieningselementen
van het tweehandenbedieningsrelais t.o.v.
het eerstvolgende gevaarpunt dient zo
groot te zijn, dat bij het loslaten van ook
maar één bedieningselement de
gevaarlijke beweging wordt onderbroken,
voordat de gebruiker het gevaarpunt
bereikt resp. voordat de gebruiker in het
gevaarpunt kan grijpen (zie prEN 999
"Hand-Arm-Snelheid").
Ingebruikname
Neem bij ingebruikname het volgende in
acht:
• Sluit voor de uitgangscontacten een
zekering (6 A snel of traag) aan om het
verbinden van de contacten te
verhinderen.
• Sluit geen kleine stromen (bijv. 30 mA) op
contacten aan die eerst voor het geleiden
van grote stromen werden gebruikt.
• Neem bij de keuze en montage van de
beide bedieningselementen de eisen
volgens EN 547 m.b.t. bediening en
overbrugging in acht.
• Leidingmateriaal van koperdraad met een
temperatuurbestendigheid van 60/75 °C
gebruiken.
• Het aanhaalmoment van de schroeven op
de aansluitklemmen mag max. 1,2 Nm
bedragen.
• Neem de gegevens in het hoofdstuk
"Technische gegevens" in acht.
Aansluiting
• Sluit bedrijfsaarde op klem T24 aan
(alleen bij AC-apparaten .
• Voedingsspanning op de klemmen A1
(L+) en A2 (L-) aansluiten.
• De voedingsspanning moet met de
aandrijfenergie (hoofdschakelaar,
Noodstop) van de installatie worden
uitgeschakeld.
• Bij apparaten voor 24 V DC kunnen
onderlinge sluitingen tussen
ingangscircuit 1 resp. terugkoppelcircuit
en ingangscircuit 2 het apparaat
beschadigen. Het gebruik van een
kortsluitvaste spanningsvoorziening met
stroombegrenzing wordt aanbevolen.
• Ingangscircuit:
- Telkens maar één bedieningselement
op T13, T14 en op T23, T24 aansluiten.
- Attentie: uitsluitend werkcontacten
aansluiten.
• Terugkoppelcircuit
Openercontacten van de te bewaken
relais op het terugkoppelcircuit X1-X2
aansluiten of - indien niet noodzakelijk -
brug X1-X2 tussenvoegen.