Raak de schacht of de punt van een ingeschakelde (de)soldeerbout nooit aan. Plaats na
gebruik de bout altijd terug in de houder en laat afkoelen alvorens hem op te bergen. Bij
verkeerd gebruik ontstaat brandgevaar.
Ontkoppel van het lichtnet na gebruik of alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te
voeren. Neem de voedingskabel enkel bij de stekker vast. De voedingskabel mag niet
omgeplooid of beschadigd zijn. Laat uw dealer zo nodig een nieuwe kabel plaatsen.
Adem de vrijgekomen dampen nooit in. De gassen die tijdens het solderen
ontstaan zijn schadelijk. Daarom mag u enkel solderen in goed geventileerde
ruimtes of onder een geschikte afzuiging. Gooi soldeerresidu weg volgens de
plaatselijke milieuwetgeving.
Gebruik dit toestel nooit op een elektronisch circuit onder spanning. Schakel eerst de
voeding van het circuit uit en ontlaad alle condensatoren.
Het soldeerstation mag enkel gebruikt worden om: elektrische en elektronische componenten
op printplaten en modules te solderen/desolderen, om printbanen en kabeleinden te vertinnen
en kabelverbindingen te maken.
Het soldeerstation mag in geen geval gebruikt worden om vloeistoffen of kunststoffen op te
warmen (vorming van giftige dampen, brandgevaar!)
Een defect soldeerstation (zichtbare schade, geen werking, langdurige bewaring in slechte
omstandigheden, slecht transport) mag niet gebruikt worden maar moet onmiddellijk uit het
stopcontact getrokken worden en moet worden gevrijwaard voor verder gebruik. Het toestel
mag enkel door gekwalificeerd personeel hersteld worden.
Het soldeerstation mag enkel bij een wisselstroom van 230V (220V-240V) 50Hz gebruikt
worden.
Het soldeerstation mag niet te lang op hoge temperaturen ingesteld blijven. Bij langere pauzes
moet het toestel uitgeschakeld worden.
Het soldeerstation en de soldeerbout mogen niet ter afkoeling in water ondergedompeld
worden.
Het soldeerstation en de soldeerbout mogen niet aan grote mechanische lasten onderworpen
worden.
Het soldeerstation kan tijdens het gebruik sterk opwarmen. Daarom moet het steeds op een
stabiele, vaste en brandvrije ondergrond gebruikt worden. Blokkeer of bedek nooit de
ventilatiegleuven in de behuizing
3. Algemene richtlijnen
Raadpleeg de Velleman
Gebruik het toestel enkel binnenshuis. Bescherm tegen regen, vochtigheid en
opspattende vloeistoffen. Plaats geen objecten gevuld met vloeistof op het toestel.
Bescherm tegen stof en extreme hitte. Zorg dat de verluchtingsopeningen niet
verstopt geraken
Bescherm tegen schokken en vermijd brute kracht tijdens de bediening.
Leer eerst de functies van het toestel kennen voor u het gaat gebruiken.
Om veiligheidsredenen mag u geen wijzigingen aanbrengen. Schade door wijzigingen die de
gebruiker heeft aangebracht valt niet onder de garantie.
Gebruik het toestel enkel waarvoor het gemaakt is. Bij onoordeelkundig gebruik vervalt de
garantie.
De garantie geldt niet voor schade door het negeren van bepaalde richtlijnen in deze
handleiding en uw dealer zal de verantwoordelijkheid afwijzen voor defecten of problemen die
hier rechtstreeks verband mee houden.
02.03.2012
VTSS5
®
service- en kwaliteitsgarantie achteraan deze handleiding.
7
Rev. 02
©Velleman nv