Fuzzy Logic technologie
BS 150 past de oscillometrische methode toe voor het meten van de arteriële druk. Voordat de arm-
band wordt opgepompt, zorgt het apparaat dat de initiële referentiedruk gelijkwaardig is aan de lucht-
druk. Door op een knop te drukken, pompt het apparaat zichzelf automatisch op. BS 150 bepaalt op
grond van de drukoscillatie of de band correct is opgeblazen en begint vervolgens meteen met het
laten leeglopen van de band. Zodra de amplitude en de gradiënt van de drukoscillaties zijn gemeten,
geeft het apparaat de systolische en de diastolische druk weer, waarbij tegelijkertijd ook de polsfre-
quentie wordt gemeten.
Opmerkingen vooraf
De sfigmomanometer is overeenkomstig de Europese wetgeving en is voorzien van de CE-markering
"CE 0068". Het apparaat heeft een kwaliteitscontrole ondergaan en is niet alleen conform aan de EMC-
richtlijn 89/336/EEG, maar ook aan de bepalingen van richtlijn 93/42/EEG van de Europese Raad van
14 juni 1993 met betrekking tot medische apparatuur:
EN 1060-1 (nov. 1995)
EN 1060-3 (febr. 1997)
Om te garanderen dat de metingen nauwkeurig worden uitgevoerd, is het raadzaam om elke twee jaar
te controleren of het apparaat goed geijkt is.
De arteriële druk
Wat is de arteriële druk?
De arteriële druk is de druk in de slagader wanneer het bloed daar doorheen stroomt. De druk die wordt
gemeten wanneer het hart samenknijpt en het bloed uitperst, is de systolische druk (de hoogste druk).
De druk die wordt gemeten wanneer het hart zich verwijdt en bloed ontvangt, wordt diastolische druk
genoemd (de laagste druk).
Waarom wordt de bloeddruk gemeten?
Van alle verschillende gezondheidsproblemen waarmee de moderne mens te kampen heeft, zijn de
problemen met betrekking tot arteriële hypertensie de meest voorkomende problemen. Daar er sprake
is van een gevaarlijk nauw verband tussen arteriële hypertensie en hart- en vaatziekten, gekenmerkt
met hoge ziektecijfers, is het meten van de bloeddruk een noodzaak geworden om risicogroepen te
kunnen identificeren.
Normale arteriële druk
De Wereld Gezondheidsorganisatie (WGO) heeft een wettelijke norm ontwikkeld voor de arteriële druk,
op grond waarvan de risicowaarden voor hypo- en hypertensie kunnen worden vastgesteld. Met die
norm wordt slechts een algemene richtlijn aangegeven, daar de individuele drukwaarden variëren
afhankelijk van bevolking, in beschouwing genomen leeftijdsgroepen, enz.
Het is van belang uw eigen arts regelmatig te raadplegen. Uw arts kan u namelijk vertellen welke bloed-
drukwaarden voor u normaal zijn en bij welke waarde u risico loopt.
Hypertensie
95
Borderline
90
Hypotensie
Systolisch
lager dan 99
X = systolisch (mmHg)
Apparaat voor de niet-invasieve meting van de bloeddruk. Algemene
vereisten.
Apparaat voor de niet-invasieve meting van de bloeddruk. Extra
vereisten voor elektromechanische systemen voor de meting van de
bloeddruk.
Systolisch boven 160
Diastolisch boven 100
Systolisch boven 140 ~ 159
Diastolisch lager dan 90 ~ 94
Normaal
Systolisch lager dan 139
Diastolisch lager dan 89
100
52
140
160