REINIGING THUIS - SANERING EN DESINFECTIE
SANERING
Saneer de ampul en de accessoires met een van de hierna beschreven methoden voor en
na elk gebruik.
methode A: Saneer de accessoires C1.1-C1.2-C1.3-C1.4-C2-C3-C4-C5-C6 onder warm
kraanwater (circa 40°C) met behulp van een mild afwasmiddel (niet schurend).
methode B: De accessoires C1.1-C1.2-C1.3-C1.4-C2-C3-C4-C5-C6 in de vaatwasser
saneren met warme cyclus.
methode C: De accessoires C1.1-C1.2-C1.3-C1.4-C2-C3-C4-C5-C6 saneren door ze onder
te dompelen in een oplossing van 50% water en 50% witte azijn, vervolgens overvloedig
spoelen met warm kraanwater (circa 40°C).
Ga rechtstreeks naar de paragraaf DISINFECTIE als u naast de reiniging ook de DISINFECTIE
wenst uit te voeren.
Na het saneren van de accessoires, het water er goed afschudden en ze op keukenpapier
leggen. Ze kunnen ook met warme lucht worden gedroogd (met een haardroger bij
voorbeeld).
DESINFECTIE
Na het saneren de ampul en de accessoires met een van de hierna beschreven methoden
ontsmetten.
methode A: De accessoires die u kunt desinfecteren zijn C1.1-C1.2-C1.3-C1.4-C2-C3-
C4-C5-C6.
Het te gebruiken ontsmettingsmiddel is geëlektrolyseerd bleekwater (werkzame stof:
natriumhypochloriet), specifiek voor de desinfectie en verkrijgbaar bij de apotheek.
Uitvoering:
- Vul een recipiënt met geschikte afmetingen - om alle afzonderlijk te desinfecteren
onderdelen te bevatten - met een oplossing op basis van leidingwater en een
desinfectans en neem hierbij de verhouding in acht die op de verpakking van het
desinfectans staat.
- Dompel elk afzonderlijk onderdeel volledig in de oplossing en zorg ervoor dat geen
luchtbellen op de onderdelen worden gevormd. Op de verpakking van het desinfectans
staat hoe lang de onderdelen ondergedompeld moeten blijven, afhankelijk van de
concentratie die voor de bereiding van de oplossing gekozen is.
- Haal na het verstrijken van de correcte tijd de onderdelen uit de oplossing en spoel ze
overvloedig met lauw leidingwater.
- Verwijder de oplossing volgens de aanwijzingen van de fabrikant van het desinfectans.
methode B: Ontsmet de accessoires C1.1-C1.2-C1.3-C1.4-C2-C3-C4-C5-C6 door ze
10 minuten in water te koken; gebruik gedemineraliseerd of gedistilleerd water om
kalkvorming te voorkomen.
methode C: Ontsmet de accessoires C1.1-C1.2-C1.3-C1.4-C2-C3-C4-C5-C6 warm met
een stoomsterilisator voor babyflessen (geen microgolf ). Volg hierbij zorgvuldig de
instructies van de sterilisator. Voor een efficiënte sterilisatie moet u kiezen voor een cyclus
van minstens 6 minuten.
Na het desinfecteren van de accessoires moet u het water er krachtig afschudden en ze op
keukenpapier leggen. Ze kunnen ook met warme lucht worden gedroogd (bijvoorbeeld
met een haardroger).
REINIGING IN VERPLEEGINRICHTINGEN - DISINFECTIE EN STERILISATIE
Voor de ampul en de accessoires te ontsmetten, moeten ze gesaneerd worden met een
van de hierna beschreven methoden.
methode A: Saneer de accessoires C1.1-C1.2-C1.3-C1.4-C2-C3-C4-C5-C6 onder warm
kraanwater (circa 40°C) met behulp van een mild afwasmiddel (niet schurend).
methode B: Saneer de accessoiresC1.1-C1.2-C1.3-C1.4-C2-C3-C4-C5-C6 in de vaatwasser
32