Dit elektronische toestel, speciaal ontwikkeld om het parkeren van het voertuig te vergemakkelijken,
signaleert eventuele obstakels aan de bestuurder die tijdens het achteruitrijden aan de achterkant
van het voertuig kunnen opduiken.
Het gebruik van dit apparaat mag in geen geval de bestuurder ervan weerhou-
den om te kijken in de richting waarin het voertuig zich beweegt.
WERKINGSPRINCIPE
De achteruitrijsensor is gebaseerd op het principe van weerkaatsing van geluidsgolven wanneer die
tegen een obstakel botsen. Op basis van de snelheid waarmee geluid zich door de lucht voortplant
en de tijd die verstrijkt tussen de emissie van een rij impulsen en de ontvangst ervan nadat die door
een obstakel wordt weerkaatst, is het mogelijk om de afstand van het obstakel tot de geluidsbron te
berekenen. In dit specifi eke geval zijn er 4 geluidsbronnen beschikbaar, waarmee de ruimte achter
het voertuig gelijkmatig wordt gedekt. Elk van deze bronnen is een capsule met ultrasone geluiden
die eveneens dient als ontvangstelement voor de weerkaatste golf.
Een akoestisch signaal, die alle vier capsules hebben, geeft met een toenemende frequentie het be-
naderen van het obstakel aan, tot er op de duur een continu geluid weerklinkt.
DIAGNOSE VAN DE SENSOREN
Deze functie geeft aan de bestuurder aan of er een of meer sensoren defect zijn.
Indien er defecten worden ontdekt na de activering van het systeem, worden een of meerdere akoe-
stische signaleringen gegenereerd zoals volgt:
•
lange pieptoon met verschillende tonaliteit + 1 korte piep = sensor A defect
•
lange pieptoon met verschillende tonaliteit + 2 korte piepjes = sensor B defect
•
lange pieptoon met verschillende tonaliteit + 3 korte piepjes = sensor C defect
•
lange pieptoon met verschillende tonaliteit + 4 korte piepjes = sensor D defect
Na de signaleringen begint het systeem opnieuw te werken en worden de defecte sensoren uitge-
schakeld; de aanduiding wordt dan pas bij de volgende inschakeling opnieuw voorgesteld.
Als de storing tijdens het gebruik optreedt, stopt de centrale de standaardsignalering voor detectie
van het obstakel en genereert de diagnose zoals hierboven vermeld.
1. Net als alle apparaten die met ultrasone geluiden werken, heeft dit apparaat een dode
hoek, die bij deze toepassing in het algemeen overeenkomt met de uiteinden aan de
zijkant van de bumper. Bovendien is het mogelijk dat u op voorwerpen stoot op de
limiet van de fysieke meting voor een toestel met ultrasone geluiden, zoals zeer lage,
dunne of puntige voorwerpen. Het is belangrijk om indachtig te zijn dat het apparaat
een waardevol hulpmiddel is tijdens het achteruit rijden, maar dit mag de autobe-
stuurder niet ertoe brengen om het voertuig onverstandig te gebruiken. De beoor-
deling van obstakels blijft uitsluitend de verantwoordelijkheid van de bestuurder,
die een aandachtige, voorzichtig rijstijl moet hanteren om geen schade of letsel aan
voorwerpen of personen te veroorzaken.
2. Een hoge snelheid tijdens het achteruit rijden benadeelt de goede werking van het
apparaat.
3. De fabrikant wijst alle verantwoordelijkheid voor schade aan voorwerpen of personen
veroorzaakt door oneigenlijk gebruik van het apparaat of een verkeerde installatie.
TECHNISCHE KENMERKEN
Voeding: ...........................................................................................................12 Vcc (10V-15V)
Stroomverbruik met de achteruitversnelling ingeschakeld: ............................50 mA
ALGEMENE INFORMATIE
WAARSCHUWINGEN
15
NL