edingsspanning, zoals een
tijdklok. Ook mag het apparaat
niet aangesloten worden op een
stroomcircuit waarvan geregeld
de spanning wordt afgehaald,
bijvoorbeeld door het energie-
bedrijf.
- Voordat u het apparaat op het stroomnet
aansluit, dient u de spanningsgegevens op het
typeplaatje te vergelijken met de waarden van
het stroomnet.
- Sluit het apparaat aan op een stopcontact van
minimaal 10 ampêre.
- De stekker van het apparaat moet geschikt zijn
voor het stopcontact. De stekker nooit wijzigen.
Geen stekkeradapters gebruiken.
- Zorg dat het werkblad zuiver en goed verlicht is.
Wanordelijke en donkere zones werken onge-
lukken in de hand.
- Het apparaat niet in direct zonlicht plaatsen.
- Houd kinderen en nieuwsgierigen uit de buurt
terwijl u dit apparaat handhaaft.
- U dient het apparaat te gebruiken en plaatsen
op een vlak en stabiel oppervlak.
- Plaats het apparaat op een vlak, horizontaal en
stabiel oppervlak.
- -WAARSCHUWING: Om oververhitting te
voorkomen, het apparaat niet bedekken.
- Het apparaat niet gebruiken wanneer het snoer
of de stekker beschadigd is.
- Als één van de omhulsels van het apparaat ka-
pot gaat, het apparaat onmiddellijk uitschakelen
om elektrische schokken te vermijden.
- Het apparaat niet gebruiken wanneer het geva-
llen is, wanneer er zichtbare schade is, of indien
er een lek bestaat.
- Het snoer nooit gebruiken om het apparaat op
te tillen, te transporteren of om de stekker uit
het stopcontact te trekken.
- Het snoer niet oprollen rond het apparaat.
- Zorg ervoor dat het stroomsnoer niet gekneld of
geknikt geraakt.
- De staat van het stroomsnoer controleren.
Beschadigde snoeren of snoeren die in de
war geraakt zijn, verhogen het risico van een
elektrische schok.
- Controleer regelmatig of het snoer niet is bes-
chadigd. Het apparaat niet meer gebruiken als
het snoer is beschadigd.
- Bewaar of gebruik het toestel niet in openlucht.
- Het apparaat niet aan regen of vochtigheid
blootstellen. Water dat in het apparaat komt, zal
het risico van een elektrische schok vergroten.
- De stekker niet met natte handen aanraken.
- Neem de nodige voorzorgsmaatregelen om te
vermijden dat het apparaat onverhoopt wordt
ingeschakeld.
- De bewegende onderdelen van het apparaat
niet aanraken wanneer het werkt.
GEBRUIK EN ONDERHOUD:
- Vóór het gebruik, het stroomsnoer van het
apparaat volledig afrollen.
- Het apparaat niet gebruiken indien de accessoi-
res niet correct aangekoppeld zijn.
- Gebruik het apparaat niet als de aangekoppel-
de accessoires beschadigd zijn. Vervang ze
onmiddellijk.
- Het apparaat niet gebruiken als de aan/uit-knop
niet werkt.
- Het apparaat niet bewegen of verplaatsen terwijl
het werkt.
- Gebruik het apparaat niet scheef en houdt het
niet ondersteboven.
- De werkingscapaciteit van het apparaat niet
forceren.
- Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk
gebruik, niet voor professioneel of industrieel
gebruik.
- Dit apparaat opbergen buiten het bereik van
kinderen en/of gehandicapten.
- Het apparaat niet bewaren op plaatsen waar de
omgevingstemperatuur lager wordt dan 2ºC.
- Het apparaat niet blootstellen aan extreme
temperaturen.
- Het apparaat op een droge en donkere plaats
opbergen en bewaren.
- Controleer of het ventilatierooster van het
apparaat niet verstopt is door stof, vuil of andere
voorwerpen.
- Ga na of de beweegbare onderdelen niet
scheef zitten of belemmerd worden, dat er geen
stukken kapot zijn en of er zich geen andere
omstandigheden voordoen die een goede wer-
king van het apparaat kunnen verhinderen.
- Het apparaat altijd onder toezicht gebruiken.
- Laat het apparaat nooit zonder toezicht aan
staan. U bespaart hierdoor energie en verlengt
tevens de levensduur van het apparaat.
- Het apparaat niet langer dan 10 minuten achter
elkaar gebruiken. Het apparaat na enkele minu-