Gebruiksaanwijzing
Bouten en moeren aandraaien in Nm
(tenzij anders aangegeven)
A = afmeting van de schroefdraad
A
8.8
Ø
M 5
5,9
M 6
10
M 8
25
49
M 10
M 12
85
M 14
135
M 16
210
M 20
425
M 24
730
M 27
1100
M 30
1450
–
Na het eerste gebruik en tenminste na 10
werkuren controleert u of de bouten en
moeren stevig vastzitten. Draai na,
indien nodig.
–
Voer regelmatig (om de 50 werkuren)
een controle uit!
5.3 Banden
–
Voor het monteren van banden en
wielen is speciale kennis en speciaal
gereedschap nodig
–
De werkzaamheden dienen in een
vakwerkplaats te worden uitgevoerd.
–
•Reparatiewerkzaamheden aan wielen
en banden mogen alleen door vaklieden
worden uitgevoerd, met toepassing van
passende gereedschappen!.
–
Plaats de machine op een vlakke en
stevige ondergrond. Beveilig ze met
wielbokken tegen ongewild wegrollen.
–
Controleer de bandenspanning
regelmatig.
Controleer de bandenspanning regelmatig en
corrigeer deze indien nodig.
Houdt de in de tabel aangegeven waarden aan.
10.9
12.9
M
(Nm)
A
8,7
10
15
18
36
43
72
84
125
145
200
235
310
365
610
710
1050
1220
1550
1800
2100
2450
Type
STAR 850/26 T
STAR 850/26 T
5.4 Smering
In de de afbeelding zijn alle smeerpunten aangeduid.
Het smeren in de aangeduide tijdsintervallen kan de
levensduur van uw machine beïnvloeden.
–
Schakel de trekkermotor uit en neem de
contactsleutel uit het contactslot als u
onderhoud, controles of andere werk-
zaamheden aan de machine uitvoert!
22
Band
Druk (bar)
16 x 6,50 – 8 – 6 Ply
2,0
10,0 x 75 – 15,3
3,0