Nederlands - IKAR DB-AR Manual De Instrucciones

Vóór ingebruikname moet de gebruikershandleiding in ieder geval volledig zijn gelezen en inhoudelijk
begrepen.
De technische gegevens en de daar bijgevoegde gebruikershandleiding van het IKAR-valbeveiligingsappa-
raat HRA met reddingstakel moet absoluut in acht worden genomen!
2. Gebruikershandleiding veiligheidstoepassing
1.
Deze ankerinrichting is volgens EN 795:2012-10 type B voor het beveiligen van 1 persoon en volgens CEN/
TS 16415:2013-04 voor het beveiligen van 3 personen tegen vallen en voor redding getest en toegelaten. In
combinatie met de bijkomende benodigde opvanggordels volgens EN 361, hoogtebeveiligingsapparaten EN
360, IKAR hoogtebeveiligingsapparaten van het type HRA met reddingstakel volgens EN 360 / EN 1496 moet
vaststaan, dat de kracht, die tijdens het opvangen op de gebruiker werkt, tot maximaal 6kN begrensd wordt.
De ankerinrichting en de hoogtebeveiligingsapparaten mogen uitsluitend volgens de voorschriften worden
gebruikt.
Opmerking: Het IKAR-hoogtebeveiligingsapparaat HRA met reddingstakel is niet in de levering inbegrepen!
2.
Bij het niet in acht nemen van de handleiding kunnen levensgevaarlijke situaties ontstaan. In het geval van een
val moet worden uitgesloten dat de verongelukte persoon langer dan 15 minuten blijft hangen (shock-gevaar).
3.
Er moet een plan met reddingsmaatregelen beschikbaar zijn waarin alle noodgevallen staan beschreven die bij
de werkzaamheden kunnen optreden.
4.
De ankerinrichting mag uitsluitend door personen worden gebruikt die voldoende opgeleid zijn en over de
nodige kennis beschikken. De gebruiker mag geen fysieke beperkingen hebben. (ibijv. alcohol-, drugs-, en
geneesmiddelenproblemenof problemen met de bloedsomloop)
5.
Een IKAR HRA-hoogtebeveiligingsapparaat met reddingstakel kan bij gebruik slechts één persoon beveiligen,
maar achtereenvolgens door meerdere personen worden gebruikt.
6.
Het is belangrijk voor de veiligheid dat de opstelling van de IKAR DB-AR -driepoot verticaal en stabiel
plaatsvindt. Opgelet: de driepoot mag in geen geval op een vloer met olie of een andere gladde ondergrond
gebruikt worden!
7. De inrichting moet zo loodrecht mogelijk boven het hoofd van de te beveiligen persoon worden aangebracht,
om bij een val een heen-en-weer slingeren uit te sluiten. De gebruikswijze moet zodanig worden gekozen,
dat de vrije val en de valhoogte tot een minimum worden beperkt. Na de bevestiging van het IKAR
HRA-hoogtebeveiligingsapparaat in de houder van de IKAR driepoot en het aanbrengen van het uittrekbare
verbindingsmiddel in de keerrol, moet het uiteinde (karabijnhaak) aan het bevestigingsoog van de opvanggor-
del worden bevestigd. Tevens moet de onberispelijke werking van de karabijnhaak worden gecontroleerd. De
valbeveiliging van de gebruiker is verzekerd.
8.
Voorafgaand aan elk gebruik moet de leesbaarheid van de productmarkeringen worden gecontroleerd, en
moet een visuele controle van de ankerinrichting en zijn aanbouwdelen op ogenschijnlijke gebreken worden
doorgevoerd (conform de lijst op pag. 2).
9.
Een uitrusting die beschadigd is, een val heeft doorstaan of waarover twijfel bestaat of deze nog veilig is, moet
meteen buiten gebruik worden gesteld! Hij mag pas na controle door een specialist en een schriftelijke vrijgave
opnieuw worden gebruikt.
10.
Afhankelijk van het gebruik, echter minstens om de 12 maanden, moet de ankerinrichting, dus de IKAR-drie-
poot en het optionele hoogtebeveiligingsapparaat, door de fabrikant of door personen die door de fabrikant
werden opgeleid en geautoriseerd, worden gecontroleerd. Dit moet in de meegeleverde inspectieboeken
worden gedocumenteerd. De goede werking en de houdbaarheid van de IKAR-driepoot en het optionele
hoogtebeveiligingsapparaat hangen af van regelmatige controle.
11.
Reparaties mogen alleen door de fabrikant worden uitgevoerd.
12.
De Duitse voorschriften DGUV R 112-198 en 112-199 moeten worden nageleefd.
13.
De toegelaten belasting van de anker-inrichting is conform EN 795:2012 type B voor de beveiliging en de
redding van 1 persoon, en conform CEN/TS 16415-04 voor maximaal 3 personen.
14.
De IKAR DB-AR-driepoot en het optionele IKAR-hoogtebeveiligingsapparaat, moeten worden beschermd
tegen invloeden van lasvlammen en –vonken, vuur, zuren, logen en extreme temperaturen en corrosieve
omgevingen. Tijdens het transport mag de driepoot niet aan schokken worden blootgesteld.
15.
Voor het transport van de IKAR DB-AR-driepoot zijn min. 2 personen nodig.
16.
Er mogen geen wijzigingen of aanpassingen aan de inrichting worden uitgevoerd, anders bestaat er levensge-
vaar.
3. Technische gegevens driepoot van het type DB-AR
Max. belasting:
Hoogte-instellingsgebied:
meter:
Gewicht van het apparaat: 28 kg zonder IKAR HRA-
max. draagkracht

NEDERLANDS

3 personen
1,13 m - 1,78 m Opsteldia-
0,99 - 1,55 m
300 kg
51