(Vertaling van de originele
gebruiksaanwijzingen)
LET OP! De benzine mag niet langer
dan 30 dagen in de tank blijven, anders
bederft hij.
Het is mogelijk om milieuvriendelijke benzine te
gebruiken, bijvoorbeeld alkylaatbenzine. Door zijn
speciale samenstelling heeft deze benzine een
minder slechte uitwerking op het milieu.
Er zijn geen negatieve effecten van het gebru-
ik ervan bekend. In de handel bestaan echter
soorten alkylaatbenzine waarvoor geen precieze
indicaties ten aanzien van het gebruik kunnen
worden gegeven.
Raadpleeg voor meer informatie de instructies en
gegevens die worden geleverd door de fabrikant
van de alkylaatbenzine.
U mag de tank niet volledig vullen.
Laat wat ruimte over (tenminste de volledige
vulmond + 1 - 2 cm boven in de tank) zodat de
benzine, wanneer hij warm wordt, kan uitzetten
zonder over te stromen.
Wanneer u de machine voor de laatste
keer gebruikt voordat u hem voor een
lange periode opbergt (bijvoorbeeld
voor de winter), dient u ervoor te zor-
gen dat er precies genoeg brandstof in
de tank zit voor dat gebruik.
Alvorens de machine voor lange tijd op
te bergen, dient de brandstoftank volle-
dig te worden geleegd (zie 11).
7.4
CONTROLE VAN HET OLIEPEIL VAN DE
MOTOR (21)
Bij de aflevering zit er genoeg olie in de motor van
de machine.
Alvorens de machine te starten, het
oliepeil van de motor controleren.
Zie voor controleren / bijvullen van de
motorolie 9.5.
7.5
CONTROLE VAN HET TRANSMISSIEO-
LIEPEIL
Zie voor controleren / bijvullen van de
transmissieolie 9.7.
7.6
VEILIGHEIDSCONTROLES
Controleer, wanneer u de machine uitprobeert, of
de resultaten van de veiligheidscontroles overeen-
stemmen met hetgeen vermeld is in onderstaande
tabellen.
NEDERLANDS
De veiligheidscontroles moeten voor
ieder gebruik worden uitgevoerd.
Als één van de resultaten van de con-
troles afwijkt van hetgeen in onder-
staande tabellen is aangegeven, mag u
de machine niet gebruiken!
Breng de machine naar een servicewerkplaats
voor de noodzakelijke controles en re-
paraties.
7.6.1 Algemene veiligheidscontrole
Onderdeel
Brandstofslangen
en aansluitingen.
Elektrische kabels. Alle isolatie intact.
Uitlaatsysteem.
Oliecircuit
Rijd de machine
voor- en achteruit
en laat het pedaal
van de bedrijfsrem-
aandrijving omho-
og komen.
Testrit.
7.6.2 Elektrische veiligheidscontrole
Toestand
Het pedaal van de
parkeerrem is niet
ingetrapt.
Lopende motor.
Resultaat
Geen lekkages.
Geen mechanische schade.
Geen lekkages bij de aan-
sluitingen Alle schroeven
aangespannen.
Geen lekkages. Geen
schade.
De machine zal stoppen.
Geen abnormale trillingen.
Geen abnormale geluiden.
Handeling
Resultaat
Probeer te
De motor
starten.
start niet.
De bestuur-
De motor
der gaat
slaat af.
staan.
NL
17