Persluchttoevoerslang EC/CE
De volgende slangen zijn officieel goedgekeurd voor gebruik met
persluchtproducten van Sundström. Maximale werkdruk 7 bar.
• SR 358. 9,5/15 mm kunststofslang, gemaakt van PVC met
polyesterversterking. Resistent tegen olie en chemicaliën.
5–30 m.
• SR 359. 9,5/18 mm rubberslang, gemaakt van EPDM met
polyesterversterking.
Antistatisch en hittebestendig. 5–30 m. De SR 359 is
bedoeld
voor gebruik samen met de Sundström luchtverwarmer,
SR 99-1H.
• SR 360. 8/12 mm spiraalslang, gemaakt van polyurethaan.
2, 4, 6 en 8 m.
Persluchttoevoerslang AS/NZS
Er moeten goedgekeurde slangen worden gebruikt, anders is de
goedkeuring voor Australian Standards niet geldig. Er kunnen
slangen van 5-30 m of gekoppeld tot 90 m worden gebruikt.
Opslagtijd
De maximale opslagtijd van het product is 5 jaar vanaf de datum
van productie.
Temperatuurbereik
Opslagtemperatuur: van -20 tot +40 °C bij een relatieve vochtig-
heid die lager is dan 90%.
Gebruikstemperatuur: van -20 tot +40 °C bij een relatieve vochtig-
heid die lager is dan 90%.
Gewicht
Gewicht zonder regelventiel en filter: 280 g
4. Onderhoud
Personeel dat verantwoordelijk is voor het onderhoud van de
apparatuur dient te zijn opgeleid voor deze taak.
4.1 Reinigen
Voor het dagelijks onderhoud adviseren wij Sundströms reinigings-
doekje SR 5226. Bij ernstige vervuiling gebruikt u een warm (max.
+40 °C) sopje en een zachte borstel. Spoel na met schoon water
en laat drogen op kamertemperatuur.
Ga als volgt te werk:
• Verwijder het filter.
• Verwijder de deksels van de uitademventielen en verwijder
de membranen.
• Verwijder het inademmembraan.
• Verwijder de hoofdband.
• Reinig volgens bovenstaande aanwijzing. Belangrijke zones
zijn de uitademmembranen en de ventielzittingen die
schone en
onbeschadigde contactvlakken moeten hebben.
• Inspecteer alle onderdelen en vervang ze indien nodig door
nieuwe onderdelen.
• Laat het masker drogen en bouw het daarna weer samen.
• Controleer de luchtdichtheid zoals beschreven in 2.4.
Opgelet! Gebruik nooit oplosmiddelen om het masker te
reinigen.
4.1.1 Desinfecteren
Zie hoofdstuk 4.3 voor de intervallen voor desinfectie.
• Na het reinigen volgens 4.1 moeten de onderdelen worden
ondergedompeld in een
geschikt reinigingsmiddel, gedurende ongeveer 5 minuten.
• Spoel na met schoon water en laat drogen op
kamertemperatuur.
• Laat het masker drogen en bouw het daarna weer samen.
• Voer een lekkagetest zoals beschreven in 2.4 uit.
4.2 Opslag
Na reiniging moet de uitrusting droog en schoon op kamertempe-
ratuur worden bewaard. Vermijd direct zonlicht. De stromingsme-
ter kan binnenstebuiten worden gekeerd en als bewaarzak dienen.
4.3 Onderhoudsschema
In het onderstaande schema wordt aangegeven aan welke mini-
mumeisen voor onderhoud moet worden voldaan om ervoor te
zorgen dat de apparatuur altijd naar behoren werkt.
Voor gebruik Na gebruik Jaarlijks
Visuele inspectie
Werking controleren
Reinigen
Desinfecteren
Membranen vervangen
Hoofdband vervangen
Als de apparatuur niet voor uw persoonlijke gebruik is
1)
4.4 Reserveonderdelen
Gebruik uitsluitend originele Sundström-onderdelen. Breng geen
wijzigingen aan in de uitrusting. Het gebruik van namaakonderde-
len of het wijzigen van het product kan de beschermende werking
en de goedkeuring van het product in gevaar brengen.
4.4.1 Regelventiel
Het regelventiel is één compleet en verzegeld geheel. Probeer niet
om dit onderdeel te repareren of aan te passen.
4.4.2 Inademmembranen
Eén membraan bevindt zich in het midden van het masker op
een vaste stift.
• Wrik het membraan los en plaats een nieuw membraan. Fig.
7.
4.4.3 Uitademmembranen
De uitademmembranen zijn gemonteerd op een vaste stift
binnenin de ventielkappen. De kappen moeten altijd worden
vervangen als de membranen worden vervangen.
• Maak de ventieldeksels los van de ventielzittingen. Fig. 8.
• Wrik het membraan los. (Fig. 9).
• Druk de nieuwe membranen vast op de stiften. Controleer
zorgvuldig of de membranen goed contact maken rondom
de ventielzittingen.
• Druk de kappen weer vast op hun positie. Een klikgeluid
geeft aan dat de kap in positie is geklikt.
• Voer een lekkagetest zoals beschreven in 2.4 uit.
4.4.4 Hoofdband
De hoofdband is als reserveonderdeel alleen in de complete
uitvoering beschikbaar.
• Verwijder de hoofdbandhouders van de bandbevestigingen
op het masker. Fig. 10.
• Controleer of de riemen niet verdraaid zitten en monteer de
nieuwe hoofdband.
4.4.5 Ademhalingsluchtslang
• Verwijder het slangklemmetje met een nijptang en trek de slang
los. Fig. 11.
• Plaats het slangklemmetje en de bevestigingsklem (Fig. 1:1a)
op de nieuwe slang. Sluit deze aan op het masker en gebruik
een nijptang om het slangklemmetje samen te drukken.
Fig. 12.
• Trek aan de slang om te controleren of deze goed vastzit op
het masker
•
•
•
•
•
1)
•
•
•
•
•
61