onderstel zetten, naar beneden drukken en met
de kartelmoer (3.3) vastdraaien.
•
Tafelverlenging ongeveer tot op gelijk niveau met
de zaagtafel drukken en met de draaik-noppen
(3.8) links en rechts vastdraaien.
•
De messing band van de draaiknoppen dient
hierbij op de gleuf te liggen.
•
De tafelverlenging zo afstellen, dat deze bij de
directe overgang naar de basistafel iets dieper ligt
dan het tafelvlak van de basistafel (controle door
de aanslagliniaal op de basistafel te leggen).
•
Bevestigingshaak met schroef (3.10) vastschroe-
ven.
•
Met aanslaggeleider controleren of het totale
oppervlak van de verlenging vlak is.
•
Door bijinstelling aan de bevestigingspunten (3.5)
kan de vlakheid uitgericht worden.
Wegklappen van de verlenging:
•
Draaiknoppen (3.8) losdraaien.
•
Kartelmoeren (3.3) losdraaien.
•
Verlenging aan achterkant licht optillen en de
uiteinden van de steunpoten uit het slobgat
weghalen.
•
Steunpoten kruiselings naar binnen zwenken.
•
Tafelverlenging naar beneden klappen.
3
Langsaanslag CS 70 LA (1.3)
Nauwkeurige zaagwerkzaamheden aan grote
werkstukken zijn slechts uitvoerbaar met een
correct gemonteerde langsaanslag CS 70 LA (afb.
4).
De langsaanslag heeft zowel aan de voor- als aan
de achterkant van de tafel een aparte klemming.
Het aanslagvlak kan door deze dubbelzijdige klem-
ming niet doorhangen.
De aanslaggeleider (4.7) kan als hoog of als laag
geleidingsvlak op de aanslagkolom (4.5) worden
gemonteerd.
Hiervoor wordt de aanslaggeleider dien-overeen-
komstig met 90° gedraaid op de aanwezige gelei-
dingsgroeven bevestigd.
Aan de langsaanslag bestaan de volgende instel-
mogelijkheden:
•
Greep (4.2): Vastklemmen van de aanslag aan de
voorkant van de tafel.
•
Spanhefboom (4.3): Vastklemmen van de aanslag
aan de achterkant van de tafel.
•
Spanhefboom (4.1): Vastklemmen van de fi jnaf-
stelling.
•
Draaiknop (4.10): Aanslagafstelling met fi jnbij-
stelling.
•
Draaiknoppen (4.6): Vastklemmen van de aan-
slaggeleider op de aanslagkolom.
Als voorbereiding op de montage van de aanslag
moeten de volgende klemmingen geheel worden
losgedraaid:
•
Klemming aan de voorkant van de tafel (4.2).
•
Klemming aan de achterkant van de tafel (4.3)
(Spanhefboom loodrecht naar boven).
•
Klemming van de fi jnafstelling (4.1) (Spanhef-
boom wijst naar schakelaar).
•
Daarna de aanslag vanaf de rechter zijde dusda-
nig over het tafeloppervlak schuiven dat de klem-
klauwen van de tafelklemming aan de voor- en
achterkant beneden de om de tafel heen lopende
klemrand (4.4) liggen. In het kijkglas (4.9) is het
instelgebied van de fi jnafstelling af te lezen.
•
Aan de draaiknop (4.10) het instelbereik zo in-
stellen dat voor bijstelling een instelgebied van
voldoende omvang aanwezig is.
•
Dan de aanslag volgens schaal tot bijna op de
gewenste zaagbreedte verschuiven en door het
omzetten van de spanhefboom (4.1) met ong.
180° t.o.v. de fi jnafstelling vastklemmen.
•
Als de klemming te los is, kan de klemhefboom
als volgt worden omgezet:
•
Klemhefboom in de maximale klempositie bren-
gen.
•
De schroef waarmee de klemhefboom op de as
is vastgeschroefd losdraaien.
•
Klemhefboom op de zeskant een steek terugzet-
ten.
•
Klemhefboom weer vastschroeven.
•
Aan de draaiknop (4.10) de aanslag met de fi jn-
afstelling precies op maat zetten.
•
De aanslag wordt met 1/10 mm verschoven als
de schaal met 1 streepje verzet wordt.
Na defi nitieve instelling de aanslagklemming (4.2
+ 4.3) vastdraaien.
17