4.1 Maatkeuze
1) Meet de polsomtrek.
2) Bepaal de bandagemaat (zie de maattabel).
4.2 Aanpassen
► Pas de spalken individueel aan.
4.3 Aanbrengen
VOORZICHTIG
Verkeerd of te strak aanbrengen
Huidirritaties door oververhitting, lokale drukverschijnselen door te strak
aanbrengen om het lichaam
► Zorg ervoor dat het product correct wordt aangebracht en goed op zijn
plaats komt te zitten.
► Wanneer er huidirritaties optreden, gebruik het product in geval van
twijfel dan niet meer.
>
Open alle klittenbandsluitingen van de bandage.
1) Leg de bandage op de pols (zie afb. 1).
2) Sluit alle klittenbandsluitingen en pas deze aan de duim aan (zie afb. 2).
→ De bandage moet strak zitten maar mag geen druk uitoefenen
4.4 Reiniging
LET OP
Gebruik van verkeerde reinigingsmiddelen
Beschadiging van het product door verkeerde reinigingsmiddelen
► Reinig het product uitsluitend met de toegestane reinigingsmiddelen.
1) Verwijder alle metalen spalken.
2) Sluit alle klittenbandsluitingen.
3) Aanbeveling: gebruik een waszakje of -netje.
4) Was de bandage met een normaal fijnwasmiddel op 40 °C. Gebruik
geen wasverzachter. Spoel deze na het wassen goed uit.
5) Laat hem aan de lucht drogen. Vermijd blootstelling aan directe hitte
(bijv. zonnestraling of de hitte van een kachel of radiator).
6) Plaats de metalen spalken weer terug.
5 Afvalverwerking
Wanneer het product niet langer wordt gebruikt, behandel het dan volgens
de geldende nationale afvalverwerkingsvoorschriften.
31