2 Verwisselen van de sturingselektronica
Let op!
Verwissel de sturingselektronica exact volgens de volgorde be-
schreven in deze handleiding.
Zorg ervoor dat u in geen geval de contactveren van de sturings-
elektronica aanraakt of verbuigt. Op de behuizing zijn richtingspijlen
aangebracht. Deze duiden de montage en demontagerichting aan.
De montage of demontage tegen de richting van deze pijlen in be-
schadigt de contactveren van de sturingselektronica.
3 Demontage
3.1
Sluit de elektrogrijper.
3.2
Beweeg de aan/uit schakelaar in de positie "aan". Breng de polsau-
tomaat in de middenpositie. Draai de schroeven op de bodem van
de coaxiaalbus eruit en verwijder de coaxiaalbus (afb.1).
3.3
Zwenk de polsautomaat naar rechts tot aan de aanslag. Beweeg
daarna de aan/uit schakelaar in de positie "uit" (afb. 2).
3.4
Hevel met een smalle schroevendraaier of een ander gereedschap
de beide snapsluitingen voorzichtig naar boven. Schuif daarna de stu-
ringselektronica uit de elektrogrijper door het gereedschap vanaf de
zijkant van een van de snapsluitingen in te zetten (afb. 3 en afb. 4).
4 Montage
4.1
Zet de aan/uit schakelaar op "uit". Breng de polsautomaat naar links
tot aan de aanslag. Schuif de sturingselektronica voorzichtig in de
Elektrogrijper tot een duidelijk inschakelgeluid te horen is (afb. 5).
4.2
Breng de polsautomaat in de middenpositie. Zet de aan/uit schake-
laar op "aan". Monteer de coaxiaalbus. Let hierbij op een correcte
inbouwpositie van de coaxiaalbus (afb. 6).
5 Instellen van de elektrische stroomonderbreking
5.1
Polsautomaat in de positie brengen waarbij de instelregelaar zicht-
baar wordt.
5.2
De instelregelaar zo afstellen dat een maximale grijpkracht van 160
N wordt bereikt.
16 | Ottobock