Veiligheidsvoorschriften - Efco SA 2026 ergo Manual De Instrucciones

Ocultar thumbs Ver también para SA 2026 ergo:
Tabla de contenido
Español
NORMAS DE SEGURIDAD
14. Conservar cuidadosamente este manual y consultarlo antes de
cada uso.
15. Seguir siempre las instrucciones del fabricante para las operacio-
nes de mantenimiento.
16. No realizar nunca por cuenta propia operaciones que no sean de
mantenimiento normal. En caso de necesidad, acudir exclusiva-
mente a un taller especializado y autorizado.
17. No utilizar el soplador sin haber recibido la debida instrucción al
respecto.
18. Se prohíbe aplicar a la toma de fuerza del soplador un rotor distin-
to del que se entrega de fábrica. No se permite el uso de otros
grupos de aplicación porque aumentan el peligro de accidentes.
19. Cuando el soplador se retire del uso, no abandonarlo en el medio
ambiente sino entregarlo al propio vendedor, quien le dará el de-
stino correspondiente.
20. Ceder o prestar el soplador exclusivamente a personas expertas y
que conozcan el funcionamiento y el uso correcto de este disposi-
tivo. Junto con el soplador, entregar también el manual con las in-
strucciones de uso y advertir de la necesidad de leerlo antes de
comenzar el trabajo.
21. Se recomienda no poner nunca la máquina en marcha sin el
rotor. El uso del soplador sin el rotor puede causar daños impor-
tantes en las partes del motor e implica la anulación inmediata de
la garantía.
22. No utilizar el soplador en proximidad de equipos eléctricos.
23. No obstruir ni cerrar la entrada de aire del rotor.
24. No acercar nunca las manos al rotor ni efectuar operaciones de
mantenimiento cuando el motor esté en marcha.
25. No usar combustible (mezcla) para las operaciones de limpieza.
26. Sacar el capuchón de la bujía antes de realizar cualquier opera-
ción de mantenimiento, limpieza o reparación. Colocarse guantes
para limpiar la cuchilla y el rotor.
27. No golpear ni forzar las palas del rotor, ni utilizar la máquina si el
rotor está estropeado.
28. No montar el rotor en otros motores o transmisiones de potencia.
29. Guardar el soplador con el depósito vacío, en un lugar seco y ele-
vado del suelo.
30. No transportar el soplador con el motor encendido.
5
LET OP – Als de blower goed gebruikt wordt is het een snel,
handig en doelmatig werkinstrument; als het niet goed of
zonder de nodige voorzorgsmaatregelen gebruikt wordt,
zou het een gevaarlijk werktuig kunnen worden. Neem daa-
rom altijd de hieronder en verderop in de handleiding ver-
melde veiligheidsvoorschriften in acht, om plezierig en vei-
lig te kunnen werken.
1. De blower mag uitsluitend worden gebruikt door volwassenen die
in goede lichamelijke conditie zijn en de gebruiksaanwijzingen
kennen.
2. Gebruik de bladblazer niet wenneer U lichamelijk moe bent of on-
der inveloed van alcohol of drugs verkeert (Fig. 1).
3. Draag altijd handschoenen, een veiligheidsbril en oorkappen.
Draag geen sjaals, armbanden of andere zaken die vast kunnen
komen te zitten in de rotor (zie pag. 8-9).
4. Sta het andere personen of dieren niet toe zich op te houden bin-
nen de actieradius van de blower tijdens het starten of het gebruik
(Fig. 2).
5. Neem de voorschriften voor ongevallenpreventie in acht die zijn
uitgevaardigd door de respectieve autoriteiten.
6. Werk altijd in een stabiele en veilige positie.
7. Vul de tank uit de buurt van warmtebronnen en bij stilstaande mo-
tor (Fig. 3). Rook niet tijdens het vullen van de tank (Fig. 3). Haal
de dop niet van de tank terwijl de motor draait. Als er brandstof ge-
morst wordt bij het tanken, verplaatst de blower dan minstens 3
meter alvorens hem te starten (Fig. 4).
8. Richt de luchtstraal niet op mensen of dieren (Fig. 5).
9. Zuig geen omvangrijke voorwerpen op die de rotor zouden kunnen
blokkeren of beschadigen.
10. Gebruik de blower alleen in goed geventileerde ruimten. Gebruik
hem niet in een explosiegevaarlijke omgeving, in afgesloten ruim-
ten of in de buurt van brandbare stoffen (Fig. 6).
11. Controleer de blower dagelijks om na te gaan of alle
(veiligheids)voorzieningen goed werken.
12. Houd lang haar bijeen (b.v. met een haarnetje).
13. Werk niet met een beschadigde, slecht gerepareerde, slecht ge-
monteerde of eigenmachtig gewijzigde blower. Verwijder geen vei-
6
Nederlands

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

ligheidsvoorzieningen, beschadig hen niet en stel hen niet buiten
werking.
14. Bewaar deze handleiding zorgvuldig en raadpleeg hem voor elk
gebruik.
15. Volg onze instructies voor het onderhoud altijd op.
16. Voer nooit zelf handelingen of reparaties uit die niet tot het norma-
le onderhoud behoren. Wendt u uitsluitend tot gespecialiseerde,
erkende werkplaatsen.
17. Gebruik de blower niet voordat u op de hoogte bent van de speci-
fieke manier waarop hij moet worden gebruikt.
18. Het is verboden een andere rotor op de stroomaansluiting van de
blower aan te brengen dan die door de fabrikant geleverd is. Het is
niet toegestaan andere toepassingsgroepen te gebruiken, want
deze verhogen de kans op ongevallen.
19. Als de blower afgedankt wordt, mag hij niet in het milieu worden
achtergelaten, maar moet hij worden teruggebracht bij de dealer,
die voor de juiste verwerking zal zorgdragen.
20. Geef of leen de blower uitsluitend aan ervaren personen die op de
hoogte zijn van de werking en het juiste gebruik van het apparaat.
Geef ook de handleiding met de gebruiksaanwijzingen, die moet
worden gelezen alvorens het werk te beginnen.
21. Het wordt geadviseerd de machine nooit te starten zonder de
rotor. Dit zou aanzienlijke schade kunnen veroorzaken aan de on-
derdelen van demotor, en zou de garantie onmiddellijk doen ver-
vallen.
22. Gebruik de blower niet in de buurt van elektrische apparatuur,
23. Verstop of sluit de luchtinlaat van de rotor niet af.
24. Kom niet met uw handen in de buurt van de rotor en verricht geen
onderhoud terwijl de motor draait.
25. Gebruik geen brandstof (mengsels) voor het schoonmaken
26. Maak de dop van de bougie telkens los wanneer u onderhoud, rei-
nigingen of reparaties wilt gaan plegen. Gebruik handschoenen
voor het schoonmaken van het mes en van de rotor.
27. Stoot niet tegen de schoepen van de rotor en forceer hen niet;
werk nooit met een beschadigde rotor.
28. Monteer de rotor niet op andere motoren of vermogenstransmissies.
29. Bewaar de blower op een droge plaats, opgetild van de grond en
met lege tank.
30. Vervoer de blower met afgezette motor.
7
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido