B
TOEBEHOREN
ONDERDELEN
Opmerking: Alle afbeeldingen in deze handleiding zijn enkel ter verduidelijking.
Uw toestel ziet er mogelijk lichtjes anders uit.
C
INSTALLATIERICHTLIJNEN
AFVOEREN VAN WARME LUCHT
In de koelmodus moet het apparaat dicht bij een raam of opening geplaatst
worden zodat de warme lucht naar buiten kan geleid worden.
Plaats de eenheid op een vlakke ondergrond en garandeer dat er een vrije
ruimte van 30 cm (12") rond de eenheid is en dat er een stopcontact in de
Afb. 1
buurt is.
1
Trek een kant van de slang uit (Afb. 1) en schroef de slanginlaat aan de slang
(Afb. 2).
Afb. 2
2
Trek de andere kant van de slang uit en schroef dit einde aan de slanguitlaat
(Afb. 3).
Afb. 3
3
Installeer de slanginlaat op de eenheid (Afb. 4).
4
Bevestig de slanguitlaat aan het raamstuk en dicht de verbinding af (Afb. 5 &
6).
Vergrendelen
Inschuiven
1
90
90
NAAM ONDERDEEL
AANTAL
Uitlaatslang
Slanginlaat
1 set
Slanguitlaat
Raamstuk
1 set
Batterij
1 set
afstandsbediening
Snij af aan de kant tegenover
de opening.
Afb. 4
Vertical
Uw raamstuk werd ontworpen om te passen op de meeste verticale en
Window
horizontale raammodellen. Het is echter mogelijk dat u sommige delen van
de installatieprocedures moet aanpassen voor bepaalde soorten ramen. Het
raamstuk kan met schroeven vastgezet worden.
Window slider
G
Als de opening in het raam kleiner is dan de minimumlengte van het
Afb. 5
raamstuk moet u een stuk tegenover de bevestigingsopening afsnijden
zodat het in de opening van het raam past. Snij nooit het gat uit het
Horizontal
raamstuk.
Window
INSTALLATIE VAN HET RAAMSTUK
Window slider
1 Onderdelen:
Afb . 6
A) Paneel
B) Paneel met één gat
C) Paneel zonder gat (mogelijk niet meegeleverd)
D) Schroef om het raamstuk op zijn plaats te bevestigen
2 Montage:
Schuif panelen B en C in paneel A en stel de lengte in volgens de breedte
van het raam. De afmetingen van ramen verschillen. Verzeker bij het meten
van de breedte van het raam dat er geen gaten of openingen tussen het
raamstuk en het raam zijn tijdens het opmeten.
3 Draai de schroef vast in de gaten die overeenstemmen met de breedte die
vereist is voor uw raam om te verzekeren dat er na installatie geen openingen
of gaten zijn tussen het raam en het raamstuk.
L O C A T I E
• De eenheid moet op een stevige ondergrond geplaatst worden om geluid
en trillingen te minimaliseren. Plaats voor een veilige en stevige positionering
de eenheid op een effen en vlakke vloer die stevig genoeg is om de eenheid te
dragen.
• De eenheid is uitgerust met wielen om te helpen bij het plaatsen maar
de eenheid mag enkel gerold worden op effen, vlakke oppervlakken. Wees
voorzichtig bij het rollen over oppervlakken waar een tapijt op ligt. Wees
voorzichtig en bescherm vloeren bij het rollen over houten vloeren. Probeer de
eenheid niet over objecten heen te rollen.
• De eenheid moet binnen bereik van een geaard stopcontact met de juiste
spanning geplaatst worden.
• Plaats nooit obstakels rond de luchtinlaat of -uitlaat van de eenheid.
1
91
91