Veiligheid; Basiskennis - Zigo Leader 1080 Serie Manual Del Propietário

2.0 Veiligheid

2.1 Basiskennis

WAARSCHUWING: De plaats waar u rijdt vereist mogelijk specifi eke
veiligheidsapparaten. Het behoort tot uw verantwoordelijkheid om
vertrouwd te raken met de plaatselijke wetten en eraan te voldoen. Dit
omvat de wettelijk vereiste fi etsuitrusting, voor uzelf en voor uw fi ets.
Leef alle plaatselijke wetten en regels na in verband met fi etsen. Leef de regels
over fi etsverlichting, fi etsvergunningen, het rijden op voetpaden, het gebruik van
fi etspaden, het dragen van een helm, het vervoeren van kinderen en speciale
verkeersregels voor fi etsers na. Het is uw verantwoordelijkheid om deze regels te
kennen en na te leven.
1. Draag altijd een helm die voldoet aan de recentste normen en die geschikt
is voor de manier waarop u rijdt. Volg altijd de instructies van de fabrikant
van uw helm voor wat betreft het passen, het gebruiken en het verzorgen
ervan. De meeste ernstige fi etsongevallen gaan gepaard met hoofdletsels
die hadden kunnen worden vermeden door een gepaste helm te dragen.
Controleer dat uw kind altijd een goedgekeurde fi etshelm draagt tijdens
het rijden in de ChildPod® in Carrier Bicycle, Trailer, of Jogger Mode; zorg
ervoor dat uw kind begrijpt dat een fi etshelm alleen dient om mee te fi etsen
en moet worden afgenomen na het fi etsen. Een helm mag niet worden
gedragen tijdens het spelen, op speelplaatsen, op speeltuigen, bij het
klimmen in bomen of op een ander moment wanneer niet met de fi ets wordt
gereden. Het niet naleven van deze waarschuwing kan leiden tot ernstige
verwondingen of de dood.
WAARSCHUWING: Door geen helm aan te doen tijdens het rijden, kunt
u ernstige of zelfs dodelijke verwondingen oplopen.
2. Voer altijd de Mechanische Veiligheidscontrole uit (sectie 1.3) voor u op de
fi ets stapt.
3. Maak u zeer vertrouwd met de bedieningen van uw fi ets: remmen (sectie 4.3);
versnellingen (sectie 4.4)
4. Wees voorzichtig dat u geen lichaamsdelen of andere voorwerpen met de
scherpe tanden van de kettingringen, de bewegende pedalen en cranks en de
draaiende wielen van uw fi ets in contact laat komen.
5. Draag altijd:
13