VOOR BEGIN VAN HET WERK
1. Netspanning
Kontroleren of de netspanning overeenkomt met de
opgave op het naamplaatje.
2. Netschakelaar
Kontroleren of de netschakelaar op „UIT" staat.
Wanneer de stekker op het net aangesloten is, terwijl
de schakelaar op „AAN" staat, begint het
gereedschap onmiddellijk de draaien, hetwelk ernstig
gevaar betekent.
3. Verlengsnoer
Wanneer het werkterrein niet in de buurt van een
stopcontact ligt, dan moet men gebruik maken van
een verlengsnoer, dat voldoende dwarsprofiel en
voldoende nominaal vermogen heeft. Het
verlengsnoer moet zo kort mogelijk gehouden
worden.
4. Plaatsen van hulpstukken
OPMERKING:
Gebruik voor het plaatsen van hulpstukken, zoals
bijvoorbeeld snijders, puntboren of schroefbladen,
uitsluitend de door de fabrikant gespecificeerde,
originele onderdelen.
(1) Reinig het asgedeelte van het gereedschap.
(2) Trek greep (A) zoals afgebeeld in Afb. 1 in de
richting van A en steek het hulpstuk in het gat van
de voorkap en draai de greep verder naar B.
(3) Stel de groefpositie in terwijl u het hulpstuk draait
en druk verder in totdat het hulpstuk het uiteinde
van het gat raakt.
(4) Breng de greep (A) weer terug naar de oorspronkelijk
stand, trek even aan het hulpstuk om te controleren
dat het goed in het gereedschap is vergrendeld.
(Afb. 2)
5. Bepalen van de positie van het hulpstuk
Het hulpstuk kan naar beide kanten 30 graden
worden verdraaid en op 12 posities worden
vergrendeld.
(1) De hoek van het mes kan in de gewenste stand
worden gesteld wanneer zoals afgebeeld in Afb. 3
de greep (A) in de richting van B wordt gedraaid
met greep (B) 60 graden naar A gedraaid.
(2) Zoals u in Afb. 4 ziet, zal de basis van het
gereedschap automatisch 30 graden draaien
wanneer greep (B) 60 graden naar A wordt gedraaid.
Door deze handeling te herhalen, kan de hoek van
het blad met 30 graden worden veranderd.
(3) Laat greep (B) los en draai het hulpstuk om te
controleren of het goed in het gereedschap is
vergrendeld.
6. Verwijderen van het hulpstuk
Zie Afb. 1 en trek aan greep (A) en verwijder het
hulpstuk uit het gereedschap door het naar B te
trekken.
GEBRUIK VAN DE HAKHAMER (Fig. 5)
1. Plaats e punt van de boor in het te bewerken stuk,
en schakel het apparaat „AAN".
2. Door gebruik te maken van het gewicht van het
apparaat, en dit stevig vast te houden met beide
handen, kan effectieve bediening verkregen worden.
Zet niet teveel druk op het apparaat; teveel druk
vermindert efficientie.
VERVANGEN VAN DE OLIE
De constructie van dit apparaat is luchtdicht, zodat olie
niet kan uitlekken, en het apparaat beschermd is tegen
stof. Dit apparaat kan voor een langere tijd zonder extra
olie of smering worden gebruikt. Ververs echter de olie
voor een langere levensduur van het apparaat. Vervang
de olie zoals hieronder is beschreven.
1. Periodieke vervanging van de olie
U moet het vet bekijken wanneer u de koolborstel
vervangt. (Zie onderdeel 4 in het gedeelte
ONDERHOUD EN INSPECTIE.) Vervangingsolie is
verkrijgbaar bij de officiele Hitachi Service Agent.
In het geval dat u de smeerolie zelf moet vervangen,
gaat u als volgt te werk.
2. Verwisselen van de olie
VOORZICHTIG:
Zet het apparaat uit, en verwijder de stekker uit het
stopkontakt voordat met het vervangen van de olie
begonnen wordt.
(1) Verwijder de bedekking en veeg de aanwezige oude
smeerolie weg (Fig. 6).
(2) Voeg 30 gram (de standaardhoeveelheld voor
bedekking van de verbindingsstang) Hitachi Electric
Hammer Grease A toe.
(3) Herplaats de bedekking op de juiste manier nadat
de olie vervangen is.
OPMERKING:
De Hitachi Electric Hammer Grease A is van het lage
viscositeitstype. Wanneer de tube opgebruikt is, kan
een nieuwe tube bij de Hitachi Service Agent
verkregen worden.
ONDERHOUD EN INSPECTIE
1. Inspectie van de boor
Daar door een stompe boor het prestatievermogen
vermindert, en de motor beschadigd kan worden,
dient deze geslepen of vervangen te worden wanneer
slijtage wordt vastgesteld.
2. Inspectie van de bevestigingsschroef:
Alle bevestigingsschroeven worden regelmatig
geinspecteerd en gekontroleerd of zij juist
aangedraaid zijn. Wanneer één van de schroeven
losraakt, dan moet deze onmiddellijk opnieuw
aangedraaid worden. Gebeurt dat niet, dan kan dat
tot aanzienlijke gevaren leiden.
3. Onderhoud van de motor
De motorwikkeling is het „hart" van het electrische
gereedschap. Er moet daarom bijzonder zorgvuldig
op gelet worden, dat de wikkeling niet beschadigd
en/of met olie of water bevochtigd wordt.
4. Inspectie van de koolborstels (Afb. 7)
Bij de motor zijn koolborstels gebruikt, die
onderhevig zijn aan slijtage. De motor kan
beschadigd worden wanneer de koolborstels
versleten zijn. De motor stop automatisch wanneer
deze voorzien is van auto-stop koolborstels.
In dit geval dienen beide koolborstels vervangen te
worden door nieuwe borstels van hetzelf de nummer,
zoals de afbeelding laat zien. Bovendien moeten de
koolborstels zich in de borstelhouders vrij kunnen
bewegen.
Nederlands
21