46
Aansluitprocedure
Voorbeelden van bekabeling zijn hieronder te
zien. Aandraaimomenten zijn te vinden op pag.
47
en op de betreffende punten in de tekst.
• Verwijder de plastic afdekking van de hoofd-
klemmen. Til met een schroevendraaier van-
uit de hoek op.
• Sluit de getwiste afschermingen van de ver-
mogenskabels en aparte aardgeleiders aan
op de aardklemmen van de omvormer-
module.
• Sluit de fasegeleiders van de voedingskabel
aan op klemmen U1, V1 en W1 en de fase-
geleiders van de motorkabel op de klemmen
U2, V2 en W2. De aanbevolen striplengte is
16 mm (0,63") voor frame E0 en 28 mm
(1,1") voor frame E.
• Zet de kabels buiten de omvormermodule
mechanisch vast.
• Snij gaten in de afdekking van helder plastic
voor de geïnstalleerde kabels om de vermo-
genskabels te kunnen leiden. Druk de afdek-
king op de klemmen.
• Sluit de andere uiteinden van de vermogens-
kabels aan. Besteed om veiligheidsredenen
extra aandacht aan het aansluiten van de
aardgeleiders.
Voorbeelden van bekabeling
Frame-afmeting E0: Installatie via schroefklemmen
PE
U1
V1
W1
Netvoedingskabel
Beknopte installatiegids – ACS850-04
UDC+
R-
U2 V2 W2 PE
R+
UDC
-
Motorkabel
Frame-afmeting E: Installatie via kabelschoenen
[kabels van 16 tot 70 mm
Isoleer de uiteinden van
de kabelschoenen met
tape of krimphulzen
R-
W1
U1
V1
8 N·m (5,9 lbf·ft)
Netvoedingskabel
2
[AWG6 tot AWG2/0])
30...44 N·m
(22...32 lbf·ft)
UDC+
U2
W2
R+ UDC-
V2
PE
Motorkabel