NL
1) De verfemmer verwijderen. (Afb. 1, 3)
2) Positioneer de stijgbuis. (Afb. 2)
Bij een juiste stand van de stijgbuis kan de inhoud van het reservoir nagenoeg
zonder achterblijvende restanten worden verspoten.
Bij spuitwerkzaamheden op liggende voorwerpen: stijgbuis naar voren draaien. (Afb. 2 A)
Bij spuitwerkzaamheden boven het hoofd: stijgbuis naar achteren draaien. (Afb. 2 B
3) Plaats het reservoir op een stuk papier en vul deze met het voorbereide materiaal.
Draai het reservoir stevig aan het spuitpistool vast.
4) Bevestig de luchtslang (Afb. 3) Steek de luchtslang stevig in de aansluiting op het
apparaat (Afb. 3 B) en het handvat (Afb. 3 A). De positie van de slang maakt niet uit.
5) Pers de AAN/UIT-schakelaar.
Oefen een aantal keer op een stuk karton of iets soortgelijks om de
i
materiaal- en luchthoeveelheid voor een optimaal spuitbeeld vast te
stellen. Gedetailleerde informatie over deze instellingen is te vinden in
hoofdstukken 11 -12.
11. Instelling van de gewenste spuitstraalvorm
WAARSCHUWING! Gevaar voor verwonding! Nooit tijdens het instellen
van de luchtkap aan de handbeugel trekken.
Stel de spuitrichtingshendel in op het gewenste patroon zoals aangegeven (Afb. 4).
Afb. 5 A = verticale vlakke straal
Afb. 5 B = horizontale vlakke straal
Afb. 5 C = ronde straal
12. Instelling van de materiaalhoeveelheid
Bepaal de materiaalhoeveelhid door de stelschroef op de trekker van het pistool te
verdraaien (Afb. 6).
+ draai naar boven
– draai naar beneden
13. Spuittechniek
Het spuitresultaat wordt grotendeels bepaald door hoe glad en schoon het
i
te spuiten oppervlak vooraf is gemaakt. Behandel het oppervlak daarom
zorgvuldig voor en houd het stofvrij.
94
voor grote gebieden; bewegen van links
naar rechts
voor grote gebieden; omhoog en omlaag
bewegen
voor hoeken, randen en moeilijk te
bereiken oppervlakken
minder materiaal
meer materiaal
HV2901/3901/5901