TFA No. 35.1063 Anleitung
SIGMA PLUS
–
Radiografisch weerstation
Instelling van een tijdzone:
• Als uw tijdzone van de aangegeven radiotijd afwijkt, kunt
u een andere tijdzone instellen. Druk de toets MODE in,
totdat ZONE in het display verschijnt. Druk de toets MODE
2 sec. in. Stel met de ▼ of ▲ toets de tijdzone in intervallen
van 30 minuten in.
4.2 Wekalarm
• Kies met de toets ALARM ON/OFF het gewenste soort
alarm:
1. W =
weekdagalarm (alleen op weekdagen)
2. S =
afzonderlijk alarm (eenmalig)
3. PRE-AL =
vroeger wekken bij vorst,
als temperatuur ≤ 0 °C
• Stel de wektijd in de betreffende alarmmodus in. Druk de
toets ALARM ON/OFF 2 sec. in. De uuraanduiding knippert.
Stel met de ▼ of ▲ toets de gewenste tijd in. Bevestig het
met de toets ALARM ON/OFF. Voer op dezelfde manier de
minuten in. In de modus PRE-AL kunt u kiezen of u 15, 30,
45, 60 of 90 minuten vroeger wilt worden gewekt.
• Om de betreffende alarmfunctie te deactiveren, moet u de
▼ toets indrukken. Op de display verschijnt "OFF". Druk
om te activeren de ▲ toets in. Het bijbehorende symbool
verschijnt of verdwijnt op de display.
• Als de wekker klinkt, kunt u het alarm beëindigen met de
toets ALARM ON/OFF.
• Met de toets SNOOZE op de bovenkant kunt u de sluimer-
functie activeren. De alarmtoon wordt dan 8 minuten
onderbroken.
• Als u de wekker 2 minuten laat rinkelen, wordt het alarm
automatisch drie keer herhaald.
4.3 Datumaanduiding
Door de toets MODE in te drukken, kunt u kiezen tussen de
volgende weergaven:
• tijd met uren, minuten en seconden
• tijd met uren, minuten en weekdag
• zonetijd met uren, minuten en weekdag
• zonetijd met uren, minuten en seconden
• dag met maand.
38
21.09.2009
11:39 Uhr
Seite 20
SIGMA PLUS
–
Radiografisch weerstation
4.4 Thermometer en hygrometer
4.4.1 Overschakelen
• Met de "CHANNEL" toets kunt u tussen de kanalen (CH1, 2
of 3) wisselen.
4.4.2 Trendpijl
• De trendpijl voor de temperatuur en luchtvochtigheid
toont u of de temperatuur actueel stijgt of daalt of gelijk
blijft.
4.4.3 Comfortniveau
• Het radiogestuurd weerstation onderscheidt 3 verschillende
indicatoren voor het comfort-niveau van het klimaat in uw
woonomgeving:
COMFORT:
Ideale waarden (20-25°C/68-77°F, 40-70%)
WET:
te vochtig (> 70%)
DRY:
te droog (< 40%)
4.4.4 Maximum / Minimum-functie
• Met de "MEM" toets kunt u de dagminima (MIN) voor
binnentemperatuur en luchtvochtigheid en buitentempe-
ratuur opvragen. Druk nogmaals op de "MEM" toets om
de hoogste waarden (MAX) op te roepen.
• Houdt u de "MEM" toets 2 seconden lang ingedrukt, wor-
den de waarden gewist en op de actuele waarde terugge-
zet.
4.5 Weersvoorspelling
• Het radiogestuurd weerstation onderscheidt 5 verschillen-
de weersymbolen (zonnig, gedeeltelijk bewolkt, bedekt,
regenachtig, zware buien) en 3 symbolen voor de lucht-
druktrend (stijgend, constant, dalend).
• Het weerbericht via de symboolweergave heeft betrek-
king op een periode van 12 – 24 uur en geeft alleen een
weertrend aan. De precisie is ongeveer 70 %.
4.6 Buitenzender
• Druk met een puntig voorwerp de "°C/°F" toets. U kunt
de waarden op het display van de buitenzender in °C of in
°F laten weergaven.
39