Emissiegraad instellen:
· Bij actieve IR-meting [
(
brandt).
· Emissiegraad wordt weergegeven.
· Met [
] of [
Contactmeting
- Instrument is ingeschakeld, contactmeting is geactiveerd (
brandt).
1 Contactthermometer in het meetobject positioneren en de
meting starten: Op [
2 Meting afsluiten: Op [HOLD / MIN / MAX] drukken.
- Hold brandt. De laatste meetwaarde en Min.-/Max.-waarde
worden bijgehouden tot aan de volgende meting of tot het
instrument wordt uitgeschakeld.
AutoHold-functie: Als deze functie geactiveerd is, dan wordt
de meting automatisch beëindigd zodra de meetwaarde stabiel
is, AutoHold brandt.
Wisselen tussen Min.-, Max.- en bijgehouden waarde:
Op [HOLD / MIN / MAX] drukken.
De Min.-/Max.-waarden kunnen worden teruggezet:
· Instrument uitschakelen, naar de IR-meting wisselen of terwijl
de bijgehouden meetwaarde wordt weergegeven (Hold
brandt) [HOLD / MIN / MAX] ingedrukt houden tot Clr brandt.
Meting opnieuw starten: Op [
8. Instellingen uitvoeren
- Instrument is uitgeschakeld.
Als in de instelmodus gedurende 3s geen toets wordt
ingedrukt, dan gaat het instrument naar het volgende beeld.
1 [
] en [
] ingedrukt houden, tot AutoHold of Hold knippert.
2 AutoHold-functie inschakelen (AutoHold) of uitschakelen
(Hold): Op [
- °C, °F of °R knippert.
3 Meeteenheid graden Celsius (°C), graden Fahrenheit (°F) of
graden Réaumur (°R) instellen: Op [
-
knippert.
4 Laser inschakelen (on) of uitschakelen (oFF): Op [
drukken.
- Het instrument wisselt naar de IR-meting.
] en [
] de waarde wijzigen en 3s wachten.
] drukken.
] of [
] drukken.
8. Instellingen uitvoeren 47
] gelijktijdig ingedrukt houden
] drukken.
] of [
] drukken.
] of [
]