46
7. Bediening
7. Bediening
7.1 In-/uitschakelen
Inschakelen via uitklapbare voeler
Voeler uitklappen.
- Alle display-segmenten lichten kort op. De contactmeting
wordt geactiveerd (
In-/uitschakelen via bedieningstoetsen
Instrument inschakelen: Op [ON] drukken.
- Alle display-segmenten lichten kort op. De IR-meting wordt
geactiveerd (
Instrument uitschakelen: [OFF] ingedrukt houden, tot het
display dooft.
Het instrument schakelt automatisch uit, als geen toets wordt
ingedrukt. Bij uitgeklapte voeler na 10 minuten, bij ingeklapte
voeler na 1 minuut.
7.2 Meetmodus wisselen
Contactmeting —> IR-meting: Op [
IR-meting —> contactmeting: Op [
7.3 Meten
Aanwijzingen voor de IR-meting/contactmeting (zie
onderstaand hoofdstuk) volgen.
IR-meting
- Instrument is ingeschakeld, IR-meting is geactiveerd.
1 Meting starten: [
2 Meetobject met behulp van de laserpunt peilen: Laserpunten
markeren de zijdelingse begrenzing van het meetbereik.
- De huidige meetwaarde wordt weergegeven.
3 Meting afsluiten: Toets loslaten.
- Hold brandt. De laatste meetwaarde en Min.-/Max.-waarde
worden bijgehouden tot aan de volgende meting of tot het
instrument wordt uitgeschakeld.
Wisselen tussen Min.-, Max.- en bijgehouden waarde:
Op [HOLD / MIN / MAX] drukken.
De Min.-/Max.-waarden kunnen worden teruggezet:
· Op [
] drukken of instrument uitschakelen.
Meting opnieuw starten: [
brandt).
brandt).
] ingedrukt houden.
] ingedrukt houden.
] drukken.
] drukken.