NED ER LA ND S
Storing
De brander start,
19
maar er wordt
geen vlam
gevormd.
20
21
22
23
24
25
26
27
De brander start
28
slecht (stoterig).
29
IMA
IMA
Oorzaak
De brandstofpomp heeft te veel
vacuüm.
De verstuiver is verstopt of
versleten.
De elektroden zijn versleten of de
afstelling is niet juist.
De magneetklep opent niet.
De fotocel is vuil of defect.
De luchtinlaatklep van de brander
is verkeerd afgesteld.
De afstelling van de
verstuiverhouder en/of de
stuwplaat zijn onjuist of vervuild.
Slechte schoorsteen of
schoorsteenaansluitingen.
De ontstekingstrafo is defect.
Er is onvoldoende aanvoer van
frisse lucht.
De branderkamer of
warmtewisselaar heeft
problemen.
40.019.003 - rev 09 - 2018
40.019.003 - rev. 06 - 2011
Oplossing
Reinig of vervang het
hoofdbrandstoffilter.
Controleer de aanzuigleiding op
verstoppingen.
Controleer het vacuum met een
vacuümmeter.
Vervang de verstuiver.
Reinig of vervang de elektroden
(Fig. 10).
Controleer de elektrische
aansluiting. Als de magneetspoel
bekrachtigd wordt, moet er een
"klik" te horen zijn.
Reinig of vervang de
magneetklep.
Controleer en reinig het glas.
Reinig de fotocel.
Reinig de stuwplaat.
Test de fotocel en vervang indien
nodig.
Controleer de luchtinlaatklep.
Meet het CO
-gehalte en de
2
hoeveelheid roet.
Corrigeer de afstelling van de
verstuiverhouder en de
stuwplaat.
Reinig de verstuiver en de
stuwplaat.
Sluit de heteluchtkachel aan op
een goede schoorsteen.
Corrigeer de aansluitingen.
Test de isolatie ten opzichte van
de brander.
Vervang de ontstekingstrafo
indien nodig.
Zet een deur of raam open.
Zie storingen: 8, 14, 15, 16, 17,
18, 19, 20, 21, 22, 24, 25, 27.
Verseluchtaansluiting voor de
brander.
Reinig, repareer of vervang de
branderkamer en de
warmtewisselaar, indien nodig.
Nederlands
Actie
Gebruiker
Dealer
Gebruiker
Gebruiker
Gebruiker
Dealer
Gebruiker
Dealer
Dealer
Dealer
Gebruiker
Dealer
Gebruiker
Gebruiker
Dealer
13
13