5 De signaalbron kiezen
NL
De zender kan met een microfoon worden
B
gebruikt, maar u kunt ook een apparaat met
lijnuitgangsniveau aansluiten.
a Gebruik met een microfoon:
– gebruik ofwel de ingebouwde micro-
foon (5)
– of sluit een externe microfoon, de bijge-
leverde electret-dasspeldmicrofoon of
de als toebehoren verkrijgbare hals-
microfoon ECM-16N aan op de jack
MIC. (6). Bij aansluiting op de jack
wordt de ingebouwde microfoon uitge-
schakeld. Plaats het windscherm op de
microfoon en bevestig de microfoon:
de dasspeldmicrofoon klemt u op de
kleding vast (b.v. aan de revers) resp.
de halsmicrofoon hangt u om de nek.
b Gebruik met een audioapparaat:
Sluit de uitgang van het audioapparaat
(b.v. cassette- of MD-recorder, cd-speler)
via een 3,5 mm-stekker aan op de jack
AUX IN (10). Bij aansluiting op de jack
worden zowel de ingebouwde microfoon
als de externe microfoon op jack MIC. (6)
uitgeschakeld.
6 Het geluidssignaaltype kiezen
De ontvanger kan op verschillende manieren
geluid weergeven.
a via de ingebouwde luidspreker:
Het geluid van de luidspreker kan ofwel
vrij worden afgestraald of via de als toebe-
horen verkrijgbare oortelefoon ET-16 met
snoer direct naar het oor worden gestuurd.
Plug het snoer hiervoor in de voorziene
jack (5) op de ontvanger, en steek het gele
oorstuk in het oor tot het goed vastzit.
b via de bijgeleverde oortelefoon
(model ES-16, optioneel ook als detailarti-
kel verkrijgbaar):
Sluit de oortelefoon aan op de jack EAR.
(6) en maak vast aan de oorschelp. Bij
aansluiting op de jack EAR. wordt de
ingebouwde luidspreker uitgeschakeld.
22
c via een versterkerinstallatie:
Sluit de versterker via een 3,5 mm-stekker
aan op de stereojack AUX OUT (10).
Aanwijzing: De ingebouwde luidspreker
blijft bij aansluiting op de jack AUX OUT
ingeschakeld. Als u de jacks wilt uitscha-
kelen, plugt u een 3,5 mm-stekker in de
jack EAR. (6).
7 Ingebruikneming
1) Selecteer met de draaiknop (3) op de zen-
der uit de 16 kanalen (0 tot F) het kanaal
naar waar moet worden gezonden: draai
met de knop tot de pijl eronder het gewen-
ste kanaal aanwijst (zo bijvoorbeeld is in
figuur 1 het kanaal 0 ingesteld).
Stel de draaiknop (3) van de ontvanger
in op hetzelfde kanaal.
2) Bevestig de apparaten met hun klemmen
(7) aan de kleding, b.v. aan de riem.
Voor de bevestiging van de apparaten
op het lichaam zijn bovendien volgende
toebehoren verkrijgbaar:
– ATS-16BAG, beschermtas die via een
lus aan de riem kan worden bevestigd
– ATS-16CORD, draagband (voor de be-
vestiging aan het apparaat rond de
nek, zie figuur 3)
3) Om de apparaten in te schakelen, draait u
de regelaar (4) vanuit de stand OFF (lin-
ker aanslag) naar rechts:
op de zender licht de LED TX (1) groen
op. Dit wijst erop dat er een radiosig-
naal wordt verzonden.