1
Fig. A
Aansluiting aan de
gebruikslijn
Voordat de soldeerder wordt aangesloten
aan de gebruikslijn, controleren ofdat de
gegevens
op
het
corrisponderen met de waarde van de
netstroom en de netspanning en dat de
lijnonderbreker van de soldeerder op "0"
staat ingesteld. Sluit het lasapparaat
alleen aan op voedingsnetten met een
neutrale rechtstreekse aardverbinding.
Deze installatie is ontworpen voor de nomina-
le spanning V.230 50/60Hz, maar kan tevens
probleemloos functioneren bij spanningen van
V.220 en V.240 50/60Hz. De aansluiting op het
net moet tot stand komen met een driepolige
kabel die bij de installatie geleverd wordt, met:
Aansluiting op het voedingsnet dient plaats te
vinden door middel van de bij het lasapparaat
geleverde stekker. Wanneer het nodig mocht zijn
de stekker te vervangen, ga dan als volgt te werk:
• 2 conductoren dienen voor het verbinden
van de machine aan het net.
• De 3, GEEL-GROEN gekleurd, dient voor
de aarding.
Aan de voedingskabel een genormali-
seerde stekker (2p+1) verbinden met
geschikte draagkracht en beschikken over
een stopcontact van het net met
schakelaars of automatische onderbrekers;
de daarvoorbedoelde aardterminal dient te
worden verbonden aan de aardconductor
(GEEL-GROEN) van de voedingslijn.
Tabel 2 beschrijft de aangeraden waarden van
de lijnschakelaars, gekozen op basis van de
maximale nominale stroom vereist door de
TABEL 2
Model
I
max nominaal 20% (*)
2
Installatievermogen
Nominale stroom Zekering klasse "gl"
U1=220 V - 230 V - 240 V
Verbindingskabel net
Doorsnede (Lengte)
Massakabel
Doorsnede
(*) Servicefactor
6
5
4
3
2
soldeerder
voedingsspanning.
Nota 1: Eventuele verlengsloeren van
de voedingskabel dienen een
geschikte dooisnede te hebben, en in
geen gevel een doornede die kleiner
is dan die van de bljgeleveide kabel.
Nota 2: gezien de onregelmatige spanning die
naamplaatje
door motorgeneratoren geleverd wordt, wordt
aansluiting van het lasapparaat op deze
installaties afgeraden.
Commado en controle
apparaten
Pos. 1
lijnonderbreker. In de positie "0" staat
de soldeerder uit.
Pos. 2
Snelle verbindingsaansluitingen van
de kabels van de tang elektrodensteun en
massa's.
Pos. 3
Gele spionlamp THERMOSTAAT. Het
ontsteken van deze lamp betekent dat de
thermische protectie in werking is gegaan
omdat er buiten de werkcyclus om gewerkt
wordt. Enkele minuten wachten alvorens
verder te gaan met het soldeeren.
Pos. 4
Vermogensmeter
soldeerstroom.
C
Pos. 5
Groene spionlamp VOEDING. Het
ontsteken van deze lamp betekent dat de
soldeerder onder spanning staat en klaar
is om te functioneren.
Pos. 6
Keuzeschakelaar 3 lasprocédés
• ELEKTRODE
Voor het lassen met basische elektroden
met "arc force" en "hot start"
inrichting.
• ELEKTRODE Cr-Ni
Voor het lassen van roestvrij staal met
RAINBOW 180
A
180
kVA
4,6
A
20
2
mm
3 x 2,5
mm
2
25
en
de
nominale
Fig. B
regulering
het
speciale
zachte
boogkenmerk.
• TIG
Voor het TIG lassen
met "lift" boog-
trekker
met
thermische controle
(TCS)
waardoor
tungsten-insluiting tot
het minimum beperkt
wordt en boogtrekken
ook op de lashoek
mogelijk wordt.
24
Verbinding
soldeerkabels
De soldeerkabels aan de knijperij (positief of
negatief) van de soldeerder bevestigen, altijd
wanneer de machine van het net losgekoppeld
is. Bevestigen aan de tang en aan de massa;
met de polariteit die voorzien is voor het
gebruikte type elektrode. (fig. B)
De door de fabrikant geleverde instructies kie-
zend dienen de soldeerkabels altijd zo kort
mogelijk te zijn, dicht bij elkaar zijn en zo dicht
mogelijk op de vloer.
SOLDEERDELEN
Het te soldeeren deel moet altijd met de grond
verbonden
zijn
om
elektromagnetische uitstotingen te voorkomen.
Het is ook noodzakelijk op te letten dat de ver-
binding met de grond van het te soldeeren deel
niet de kans op ongelukken van de gebruiker
of beschadigingen van de elektrische appara-
tuur vergroot.
Wanneer het nodig is het te soldeeren deel
aan de grond te verbinden is het raadzaam
een direkte verbinding te maken tussen het deel
en het vloerputje. In de landen waarin dit niet
toegestaan is het te soldeeren deel aan de
grond verbinden met behulp van een
condensator volgens de van kracht zijnde
normen.
SOLDEERINGSPARAMETERS
De tabel 3 geeft enige algemene aanwijzin-
gen voor het kiezen van de elektrode voor wat
berteft de te soldeeren dikte.
In de tabel zijn de te gebruiken stroomwaarden
met de respektievelijke elektroden voor het
soldeeren van veelvoorkomende ijzers en
verbindingen weergegeven.
Deze gegevens hebben geen absolute waarde
maar zijn alleen ter orientatie; voor een exacte
keuze de aanwijzingen van de fabrikant van
elektroden opvolgen.
De te gebruiken stroom hangt af van de
soldeeringsposities, van het type verbindings-
stuk en variert in toenemende mate door de
eventuele