8.1 Voorafgaand aan de eerste behandeling
C
Verwijder alle sieraden voorafgaand aan gebruik.
U moet beslissen welk energieniveau geschikt is voor uw
huidtype en voor de zone die u wilt behandelen. Het apparaat
beschikt over 5 energieniveaus: van 1 (het laagste) tot 5
(het hoogste). U kunt bijvoorbeeld één gebied behandelen
op energieniveau 1 en een ander gebied op niveau 4. Voor
informatie over energieniveaus raadpleegt u paragraaf
7.2 Energieniveaus.
Om het juiste energieniveau te kiezen, moet u elke behandelzone
NL
apart testen (raadpleeg de huidskleurenkaart op de voorzijde
van deze gebruiksaanwijzing).
1. Druk op de bedieningsknop om het apparaat in te
schakelen. Het energieniveau-indicatielampje van
niveau 1 zal gaan branden.
2. Plaats het behandeloppervlak op uw huid om één puls te
verzenden. Als u daarbij geen noemenswaardig ongemak
ervaart, drukt u nogmaals op de bedieningsknop.
Hierdoor wordt het energieniveau verhoogd. Verzend een
puls op een andere plek met energieniveau 2.
3. Vervolg de test met hogere energieniveaus. Gebruik
de energieniveaus die aangegeven staan op de
huidskleurenkaart. Wanneer u het hoogste energieniveau
gevonden hebt dat comfortabel aanvoelt voor het te
behandelen gebied, kunt u uw sessie beginnen.
C
Gebruik een lager energieniveau wanneer u enig ongemak
ervaart.
Herhaal deze test voor elk deel van het lichaam dat u wilt
behandelen.
102