Het Toestel Aansluiten; De Instellingen Uitvoeren - Monacor NUMBER one SAM-1 Manual De Instrucciones

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 21
4 Montage
Tijdens de montage mag de module in geen geval
op de netspanning aangesloten zijn!
1) Voorzie voor de montage van de module in de luid-
sprekerbox een uitsparing van 140 x 250 mm. Bij
niet verzonken frontpaneel is een inbouwdiepte
van 90 mm vereist.
2) Stel met de keuzeschakelaar S2 (12) op het gelei-
dingsplaat de bedrijfsmodus in, alvorens de
module in te bouwen:
Schuif de schakelaar helemaal naar links om de
module als subwooferversterker te gebruiken
(standaardinstelling).
Schuif de schakelaar helemaal naar rechts om de
module als breedbandversterker te gebruiken.
3) U mag uitsluitend luidsprekers resp. luidsprekerin-
stallaties met een totale impedantie van ten minste
4 Ω aansluiten. Verbind de luidspreker door middel
van een platte stekker met de aansluiting OUT-
PUT (11) op de geleidingsplaat. Let daarbij op een
correcte polariteit, d.w.z. sluit de positieve pool
van de luidspreker aan op het contact OUT+.
4) Schroef de module met tien M4-schroeven op de
box vast.
5 Werking

5.1 Het toestel aansluiten

Schakel de actieve box uit, alvorens de signaalbron
aan te sluiten resp. bestaande aansluitingen te wijzi-
gen.
De module SAM-1 beschikt over twee ingangen:
1. De cinch-jacks LINE IN (10) voor signalen met lijn-
niveau; de jacks worden verbonden met bv. een
voorversterker, mengpaneel, equalizer, effecten-
apparaat etc.
2. De toesteljacks HIGH LEVEL INPUT (1) voor
aansluiting op de luidsprekeruitgangen van een
eindversterker
Belangrijk: Indien de toesteljacks gebruikt wor-
den, mag het uitgangsvermogen van de aangeslo-
ten eindversterker bij luidsprekers van 4 Ω niet
meer dan 272 W per kanaal bedragen en bij luid-
sprekers van 8 Ω niet meer dan 136 W per kanaal.
Anders wordt het signaal door oversturing ver-
vormd.
De eenvoudigste en veiligste aansluiting is via een
cinch-kabel op de jacks LINE IN. Enkel wanneer er
geen lijnsignaal beschikbaar is, moet u gebruik
maken van de ingangen HIGH LEVEL INPUT. Scha-
kel deze ingang via een luidsprekerkabel parallel met
de luidsprekers van de eindversterker.
Sluit bij gebruik als subwoofer of als actieve mono-
box steeds het linker en het rechter kanaal van de
signaalbron aan. Beide kanaalsignalen worden intern
samengevoegd tot een monosignaal. Sluit bij gebruik
als breedbandluidspreker voor een stereokanaal
enkel het linker of rechter kanaal aan.
Wees voorzichtig bij aansluiting via de toestel-
jacks!
a. Bij eindversterkers met een hoger uitgangsvermo-
gen dan hierboven aangegeven, loopt u door de
hoge uitgangsspanning het risico van een elektri-
sche schok.
b. Bij een ongewenste kortsluiting kan de eindver-
sterker beschadigd worden.
c. Let bij aansluiting op de correcte polariteit: verbind
de positieve pool (gemarkeerde kern van luidspre-
kerkabel) met de rode toesteljack.

5.2 De instellingen uitvoeren

Bij gebruik van de actieve box als subwoofer kunnen
alle instellingen en klankbeoordelingen pas gebeuren
in combinatie met de hoofdluidsprekers. Beoordeel
de klank op de definitieve plaats van opstelling en
geef aanwijzingen aan een tweede persoon die de
klank op de actieve subwoofer optimaal aanpast.
1) Schakel met de POWER-schakelaar (3) de
actieve box in. Zolang er geen signaal beschik-
baar is, bevindt de box zich in bedrijfsklare toe-
stand met laag spanningsverbruik (standby); de
controle-LED (5) licht rood op. Van zodra er een
signaal beschikbaar is, schakelt de eindversterker
in en licht de LED groen op.
Indien er langer dan ca. 7 minuten geen signaal
beschikbaar is, dan schakelt de actieve box weer
in de standby-stand (LED = rood).
2) Bij bedrading die een aardlus veroorzaakt, treedt
een bromgeluid op (bv. bij zachte muziekpassa-
ges). Deze aardlus kan met de massaschakelaar
(9) onderbroken worden. Druk hiervoor de toets in.
Anderzijds is de versterker niet beschermd te-
gen interfererende elektrische velden, wanneer de
behuizing niet met de massa verbonden is. In dit
geval drukt u opnieuw op de massaschakelaar (9),
zodat hij uitspringt. In geval van twijfel drukt u de
toets in en uit om de optimale instelling te vinden.
3) Bij gebruik van de actieve box als subwoofer stelt
u met de regelaar CROSSOVER (8) de bovenste
grensfrequentie in, d.w.z. de frequentie die niet
meer door de subwoofer weergegeven mag wor-
den (hoe lager de bovenste grensfrequentie, hoe
moeilijker de akoestische lokalisatie van de sub-
woofer; hoe hoger de grensfrequentie, hoe sterker
de basondersteuning). In de meeste gevallen wor-
den luidsprekers op een statief en kleine luidspre-
kers op steunvoetjes optimaal aangevuld, wan-
neer de grensfrequentie tussen 60 en 100 Hz in-
gesteld wordt.
Opmerking: Bij gebruik van de actieve box als bre-
edbandluidspreker is de regelaar CROSSOVER
uitgeschakeld.
4) Stel met de LEVEL-regelaar (6) de volumeverhou-
ding met de overige luidsprekers in. Bij gebruik
van de actieve box als subwoofer kunt u met de re-
gelaar een natuurlijk of een bewust versterkt bas-
geluid instellen.
5) Bij gebruik van de actieve box als subwoofer voert
u met de PHASE-regelaar (7) de fase-instelling
door. Deze instelling is naargelang de akoestische
NL
B
19
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

32.0640

Tabla de contenido