of sluit u een luidspreker of luidsprekergroep met
NL
een totale impedantie van 4 Ω of 8 Ω aan op de
B
klemmen (17). De figuren 3d tot 3k tonen verschil-
lende manieren waarop een correcte impedantie
wordt gerealiseerd. Er zijn nog echter andere moge-
lijkheden.
Bij het aansluiten van de luidsprekers moet u steeds
op de juiste polariteit letten, zoals het op de figuren
is weergegeven.
5.2 Microfoons
Vier microfoons met een XLR- of 6,3 mm-stekker
kunnen op de die XLR / 6,3 mm-combi-jacks (13) van
de ingangen 1 – 4 worden aangesloten. Voor micro-
foons met vrije verbindingskabels kunt u ook de
schroefklemmen (15) gebruiken. Deze kunt u los-
koppelen om het apparaat bij aansluiting beter te
hanteren.
De microfoon op ingang 1 kan voorrang krijgen
op alle andere ingangen (
5.7).
1) Bij het aansluiten van een microfoon plaatst u de
schakelaar nr. 1 van het betreffende DIP-scha-
kelblok (26) in de onderste stand (ON).
2) Bij gebruik van een microfoon met fantoomvoe-
ding plaatst u de schakelaar nr. 4 van het betref-
fende DIP-schakelblok (47) in de onderste stand
(ON). De fantoomvoeding is alleen op de XLR-
contacten en de schroefklemmen aangesloten.
Via stekker aangesloten microfoons krijgen geen
fantoomvoeding.
VOORZICHTIG!
1. Bedien de schakelaar alleen bij uitgeschakeld
apparaat (schakelploppen).
2. Bij ingeschakelde fantoomvoeding (48 V ) mag
geen microfoon met ongebalanceerde bedra-
ding zijn aangesloten, omdat deze beschadigd
kan worden.
3) Als het hoogdoorlaatfilter moet worden ingescha-
keld, b.v. om de verstaanbaarheid te verhogen of
5.1 Altavoces
E
Para cada una de las salidas de los canales de
amplificación CH 1 a CH 4 conecte altavoces de
100 V, 70 V ó 25 V a los terminales (16) [figs. 3a, 3b
y 3c] – cada amplificador puede cargarse hasta un
máximo de 150 W con los altavoces, de lo contrario
podría dañarse
o bien conecte un altavoz o un grupo de altavoces
con una impedancia total de 4 Ω u 8 Ω a los termi-
nales (17). Las figuras 3d a 3k muestran varias
opciones para obtener la impedancia correcta, sin
embargo, todavía hay más posibilidades.
Cuando conecte los altavoces, observe siempre la
polaridad correcta, como se muestra en las figuras.
5.2 Micrófonos
Pueden conectarse cuatro micrófonos con una toma
XLR o jack 6,3 mm a las tomas combinadas XLR /
jack 6,3 mm (13) de las entradas 1 – 4. Para micró-
fonos con cables de conexión libre, utilice los termi-
nales de tornillo (15) como alternativa. Durante la
conexión, los terminales pueden sacarse de su
conexión para un mejor manejo.
El micrófono de la entrada 1 puede tomar priori-
dad por encima de las demás entradas (
dos 5.6 y 5.7).
1) Cuando conecte un micrófono, coloque el inter-
ruptor 1 del correspondiente bloque de interrup-
tores DIP (26) en la posición inferior (ON).
2) Si se utiliza un micrófono alimentado por phan-
tom, coloque el interruptor 4 del correspondiente
bloque de interruptores DIP en la posición inferior
(ON). La alimentación phantom está disponible
sólo en las tomas XLR y en los terminales de tor-
nillo. Los micrófonos conectados mediante jacks
6,3 mm no reciben alimentación phantom.
¡ADVERTENCIA!
1. Active sólo el interruptor con el aparato desco-
nectado (ruido de conexión).
14
het contactgeluid te onderdrukken, plaats de
schakelaar nr. 3 van de bijbehorende DIP-scha-
kelblok dan in onderste stand (ON).
4) Als er tussen twee microfoons een verschillende
faselengte ontstaat (slechte basweergave van
een geluidsbron), dan kan de klank worden ver-
beterd door de schakelaar nr. 2 naar een van de
overeenkomstige DIP-schakelblokken om te
schakelen.
5.3 Audioapparatuur met lijnuitgang
Er kunnen zes apparaten met lijnuitgang (mengpa-
neel, cd-speler etc.) worden aangesloten:
1) Sluit apparaten met een mono-uitgang aan op de
combi-jacks (13) of op de klemmen (15) van de
ingangen 1 – 4. Plaats de bijbehorende DIP-
schakelaars nr. 1 – 4 (26) voor de basisinstelling
in de bovenste stand.
2) Sluit apparaten met een stereo-uitgang aan op de
hoofdstukken 5.6 en
cinch-jacks AUX 1 of AUX 2 (12).
raat op een van de ingangen 1 – 4 een stereo-
monoadapter (b.v. SMC-1 van MONACOR) en een
adapterkabel (b.v. MCA-154 van MONACOR).
Anders kunnen er delen van het signaal ontbre-
ken.
3) Als het hoogdoorlaatfilter moet worden ingescha-
keld, b.v. om de verstaanbaarheid te verhogen,
plaats de bijbehorende DIP-schakelaar nr. 3 dan
in onderste stand.
5.4 Audioapparatuur voor
Via de cinch-jacks PRE OUT en AMP IN (11) kunt u
voor de signaalbewerking een audioapparaat tus-
senschakelen (b.v. een equalizer of een automati-
sche volumeregeling). Neem de jumper (10) weg,
sluit de ingang van het audioapparaat op de jack
PRE OUT en de uitgang op de jack AMP IN.
2. Con la alimentación phantom conectada
3) Para conectar el filtro pasa alto, p. ej. para mejo-
rar la inteligibilidad de las charlas o para suprimir
el sonido subsónico, coloque el interruptor 3 del
correspondiente bloque de interruptores DIP en
la posición inferior (ON).
4) Si hay una fase diferente entre dos micrófonos
(reproducción débil de graves de una fuente de
sonido), el sonido posiblemente se puede mejo-
rar cambiando el interruptor 2 de uno de los blo-
ques de interruptores DIP correspondientes.
5.3 Aparatos de audio con salida de línea
Pueden conectarse 6 aparatos con nivel de línea
(mezclador, lector CD, etc.):
1) Conecte aparatos con una salida mono a las
tomas combinadas (13) o a los terminales (15) de
las entradas 1 a 4. Para el ajuste básico, coloque
los interruptores DIP 1 a 4 (26) correspondientes
en la posición superior.
2) Conecte aparatos con una salida estéreo a las
tomas RCA AUX 1 o AUX 2 (12).
aparta-
las entradas 1 a 4, utilice un adaptador estéreo a
mono (p. ej. SMC-1 de MONACOR) y un cable
adaptador (p. ej. MCA-154 de MONACOR), de lo
contrario pueden perderse partes de la señal.
3) Para conectar el filtro pasa alto, p. ej. para mejo-
rar la inteligibilidad de las charlas, coloque el
interruptor DIP 3 correspondiente en la posición
inferior (ON).
5.4 Aparatos de audio para procesar la señal
Para el procesamiento de la señal, puede insertarse
un aparato de audio (p. ej. un ecualizador o un con-
trol de volumen automático) mediante las tomas con
Gebruik bij het aansluiten van een stereoappa-
de signaalbewerking
(48 V ), no se puede conectar un micrófono
asimétrico porque podría dañarse.
Cuando conecte un aparato estéreo a una de
Opmerking: In de versterker wordt het signaal onderbro-
ken, als slechts een van de beide jacks (11) is aangeslo-
ten of als het tussengeschakelde apparaat niet is inge-
schakeld, defect is of niet correct is aangesloten. De
luidsprekers blijven dan gedempt.
5.5 Telefooninstallatie
Via een telefooninstallatie kunt u aankondigingen
met de geluidsinstallatie weergeven.
1) Stuur het signaal van de telefooninstallatie (lijnni-
veau) naar de klemmen TEL. PAGING (24).
2) Stel tijdens een aankondiging het volume in met
de regelaar GAIN (25).
Alle andere ingangssignalen, behalve het signaal op
de ingang INPUT 1 en het sirenesignaal, worden
automatisch uitgemengd, zodra een signaal op de
ingang TEL. PAGING beschikbaar is.
5.6 Schakelaar voor de voorrangsbesturing
Met een schakelaar of drukknop die op de klemmen
CHIME PRIORITY (22) is aangesloten, kunnen de
signalen op de ingangen INPUT 2 – 4 en AUX 1/ 2
worden gedempt. Op deze wijze wordt de aankondi-
ging via de ingang INPUT 1 beter verstaanbaar.
5.7 Automatische voorrang (talkover)
Als de aansluitingen INPUT 1 PRIORITY (14) met
behulp van een draadbrug of een schakelaar ver-
bonden zijn, worden de ingangen INPUT 2 – 4 en
AUX 1/ 2 automatisch uitgemengd, zolang er een
signaal op de ingang INPUT 1 aanwezig is (talk-
over).
5.8 Afzonderlijke schakelaar
voor de alarmsirene
Sluit voor de afstandsbediende activering van de
alarmsirene een schakelaar aan op de klemmen
SIREN (23).
conectores RCA PRE OUT y AMP IN (11). Para ello,
quite el jumper (10), conecte la entrada del aparato
de audio a la toma PRE OUT y la salida de la toma
AMP IN.
Nota: Puede ocurrir una interrupción de señal en el ampli-
ficador si sólo se ha conectado una de las dos tomas (11)
o el aparato insertado no está conectado, o si está defec-
tuoso o mal conectado. Luego los altavoces permanecen
silenciados.
5.5 Sistema de teléfono
Desde un sistema telefónico se pueden reproducir
anuncios mediante el sistema de megafonía.
1) Alimente la señal desde el sistema telefónico
(nivel de línea) a los terminales TEL. PAGING
(24).
2) Durante un anuncio, ajuste el nivel de volumen
con el control GAIN (25).
Todas las demás señales de entrada, excepto la
señal de la entrada INPUT 1 y la señal de sirena, se
silencian automáticamente en cuanto hay una señal
disponible en la entrada TEL. PAGING.
5.6 Interruptor para control de prioridad
Un interruptor o un pulsador conectado a los termi-
nales CHIME PRIORITY (22) permite silenciar las
señales de las entradas INPUT 2 a INPUT 4 y
AUX 1/2. De este modo, puede obtenerse una
mejor inteligibilidad para los anuncios mediante la
entrada INPUT 1.
5.7 Prioridad automática (Talkover)
Si las conexiones INPUT 1 PRIORITY (14) están
conectadas mediante un jumper o un interruptor, las
entradas INPUT 2 a INPUT 4 y AUX 1/2 se silencian
automáticamente mientras haya una señal disponi-
ble en la entrada INPUT 1 (Talkover).