PERIODIEK ONDERHOUD
Aangeraden wordt de toonbank x per maand zorgvuldig te reinigen voor een goede
werking, de conservering van het voedsel en het esthetische behoud van de apparatuur. De
maandelijkse schoonmaak moet uitgevoerd worden door bekwaam personeel die onder
andere de volgende procedures kent. ATTENTIE:Voordat U begint met het schoonmaken is
het nodig de apparatuur uit te schakelen met behulp van de rode aan/uit schakelaar (zie teke-
ning) en de apparatuur uit te schakelen met de algemene veiligheidsschakelaar van Uw winkel.
ATTENTIE - GEDURENDE DE GEHELE SCHOONMAAKOPERATIE RADEN WIJ U AAN
OM HANDSCHOENEN (KATEGORIE II) TE DRAGEN. Voor het schoonmaken is nodig:
1. alle goederen uit de gekoelde unit verwijderen en ze in een koelkast of een andere
geschikte omgeving te bewaren die geschikt is voor hun behoud.
2. om de hoofdschakelaar aan/uit te schakelen, haalt u de stekker uit het stopcontact en
wacht U tot het apparaat de kamertemperatuur heeft bereikt.
3. maak het uitstallingsvlak, de voorraa-
druimte, de vitrines, de omlijsting en de
deurdichtingen zorgvuldig schoon met
een produkt dat geschikt is om deze
delen te reinigen. LET OP: gebruik nooit
een schuurmiddel of een ander product
dat deze delen kan beschadigen.
4. na de schoonmaakoperatie alles graag
spoelen met schoon lauw water en nalo-
pen met een vochtige doek.
Het schoonmaken van de condensator (zie
foto)
Neem de beveiligingsgril, uitsparing van de
motor, weg. Om schade aan een onder-
deel te voorkomen, maak de condensator
schoon met een penseel, een luchtstraal
of met een stofzuiger. Let U hierbij op de
schoepen en buizen. In geval van een lange
afwezigheid (bijvoorbeeld een vakantie),
moet het apparaat uitgeschakeld, helemaal
leeg, schoongemaakt en nagelopen zijn. De tussendeuren graag openlaten om vervelende
luchtjes te vermijden.
ONTDOOING
De ontdooing is automatisch geregeld. Er zijn 4 ontdooingen per dag die elk 40 minuten
duren. Het ontdooien is geregeld via een tijdschakelaar in het bedieningspaneel. Tijdens het
ontdooien, kan de temperatuur, welke wordt aangegeven op de thermometer, variëren. Na
het ontdooien, zal het apparaat, na een korte vertraging, terugkomen tot de werktempera-
tuur. Het ontdooiwater wordt opgevangen in een bak, welke geleegd moet worden zodra het
nodig is.
BEDIENINGSVOORZIENINGEN
A - Knop om het apparaat aan en/of uit te zetten
B - Licht
C - Elektronische thermostaat
ELEKTRONISCHE THERMOSTAAT
HOEVERANDERTVAN DETEMPERATUR
• Druck op de toets
5 seconden en U ziet de ingestelde waarde van de parameter op de
display;
druck op de toetsen
of
totdat U de gewenste temperatuur zichtbar is;
• Druck op de toets
om definitief de nieuwe waarde in het geheugen op te slaan.
FUNCTIEAANDUIDINGEN OP HET LED SCHERM
Het scherm heeft drie LEDS met retro-verlichting van de toetsen die de functioneringstoe-
stand van het apparaat aangeven. Ze zijn alleen beschikbaar in de modellen Top.Voor de
economische versies heeft het scherm alleen een displaysegment om de activering van de
compressor aan te geven;
• LED van de toets
geeft de activering van de compressor aan;
• LED van de toets
geeft de ontdooiingsfase in werking aan;
• LED van de toets
geeft de aanwezigheid van alarmen aan.
Het geknipper geeft aan dat het functioneren is vertraagd door een temporisatie en niet kan
worden gestart tot na de afsluiting. Het geknipper van de toets geeft de manuele vraag aan
van de cyclus, die continu vertraagd is door de temporisatie van de compressor.
BESCHRIJVING VAN DE BELANGRIJKSTE SIGNALEN EN ALARMEN:
LED KNIPPEREND
De invoering van de betreffende functie is vertraagd door een temporisatie, wachtend op een
extern signaal of gedeactiveerd door een andere al lopende procedure.Vb., als een continue
cyclus in uitvoering is en U een ontdooiing vraagt, zal de laatste wachten op de afsluiting van
de continue cyclus en de corresponderende LED (ontdooiing) zal knipperen.
E0 ONBEWEEGLIJK OF KNIPPEREND
De mogelijke oorzaken zijn:
• Stilstaande voeler: de kabel van de voeler is onderbroken of kortgesloten;
• De gebruikte voeler stemt niet overeen met het apparaat.
Het alarmsignaal
is vastgesteld als het gaat om het enige alarm aanwezig (de waarde van
de temperatuur is niet meer zichtbaar). Hij knippert als er andere alarmen aanwezig zijn of
wanneer de tweede voeler zichtbaar is.
E1 KNIPPEREND
Defecte dampvoeler of conserveringsvoelere van het voedsel.
• Stilstaande voeler, de kabel van de voeler is onderbroken of kortgesloten;
• De gebruikte voeler stemt niet overeen met het apparaat.
I
a
b
c
IA KNIPPEREND
Onmiddellijk of vertraagd alarm door middel van digitale multifunctionele ingang:
• Controleer de multifunctionele ingang en de parameters A4 en A7.
LO KNIPPEREND
Alarm van lage temperatuur. De voeler heeft een temperatuur lager dan het set-point
ontdekt van een hogere waarde dan de parameter AL;
• Controleer de parameters AH,Ad et A0
Het alarm verdwijnt automatisch zodra een temperatuur wordt bereikt binnen de ingestelde
limieten (zie parameter AL).
HI KNIPPEREND
Alarm van hoge temperatuur. De voeler heeft een temperatuur hoger dan het set-point
ontdekt van hogere waarde dan de parameter AH.
• Controleer de parameters AH,Ad en A0.
Het alarm verdwijnt automatisch zodra een temperatuur wordt bereikt binnen de ingestelde
limieten (zie parameter AH)
EE weergegeven tijdens het funtioneren of bij het opstarten
Fout in het lezen van de parameters afkomstig uit het gegevensgeheugen.
Om opnieuw een correcte werking te bekomen, terug de instelwaarde van de parameters
inbrengen:
• Schakel het apparaat uit;
• Houdt de toetsen
en
• Op het scherm verschijnt het opschrift --- gevolgd door CF;
• Na enkele seconden werkt de regelaar weer normaal;
Het herstellen van de parameters F en C is noodzakelijk, want ze veranderen ten opzichte
van de configuratie bij verstek.
Ed KNIPPEREND
De ontdooiing is onvoltooid beëindigd.
• Controleer de parameters dt, dP en d4;
• Controleer of de dooicyclus goed verloopt.
De indicatie verdwijnt als de volgende ontdooiing op temperatuur eindigt.
dF KNIPPEREND
Ontdooiing in uitvoering:
Dit is geen alarmsignaal. Het geeft enkel aan dat de regelaar zich in een ontdooiingsproces
bevindt.Verschijnt enkel wanneer de parameter d6=0.
REGELING VAN DE TEMPERATUUR
De thermostaat, vooraf ingesteld in de fabriek, regelt automatisch de binnen temperatuur van
het apparaat. De koeling moet echter geregeld worden rekening houdende met de volgende
factoren:
- de omgevingstemperatuur
- de te bewaren hoeveelheid voedsel
- de plaats waar het apparaat staat.
Een hoge omgevingstemperatuur, een te lage thermosstatische regeling of een overbelasting
van voedsel kan bijdragen aan de vorming van ijs op het verdampingstoestel.
Als dat zich voordoet, het apparaat leegmaken en uitschakelen (ongeveer 24 uur) om het ijs
te laten smelten.
TECHNISCHE ASSISTENTIE
Indien het apparaat niet functioneert of niet goed functioneert, voer dan de in Uw belang
zijnde controles uit voordat U een technicien belt:
- kijk of de stekker in het stopcontact zit
- kijk of de stroom het contact van het apparaat bereikt
- is de thermostaat in de geadviseerde positie
- zijn de deuren op de juiste wijze gesloten
- is de stroom gelijk aan die van het apparaat (+-6%)
VERVANGING VAN DE VITRINE
De vervanging van de vitrine en het storten van aanvullende materialen moet gebeuren
volgens de van kracht zijnde normen. Indien de vitrine bestaat uit meerdere componenten
(bijvoorbeeld: ABS-delen, polyrètanisch isolatieschuim, ruiten en metalen delen) die niet met
het huisvuil mogen worden meegegeven, aangezien ze schadelijk zijn voor het milieu zoals
koelingsgas en olie uit de binnenste koelingseenheid, raden wij U aan zich te wenden tot de
gespecialiseerde stortingscentra.
VERVANGING VAN DE TL-BUIS
Zet de spanning stop voordat U begint met het installeren of het vervangen van de TL-buis.
Kijk hierbij in de instruktie, welke U terug kunt vinden in de bijlage. Bij geval van twijfel, raa-
dpleegt U dan altijd een gekwalificeerde technicien. Plaats de ringen op TL-buis en breng de
buis in de fixatiehouders (links en rechts). Draal de buis 90° totdat deze vastzit en vervolgens
de ringen met de wijzers van een klok meedraaien voor fixatis (NPP en NPQ).Aanschroeven
tot het einde U (NPW).
H
ingedrukt tijdens het inschakelen van het apparaat;