Starten en stoppen
Voor de start
WAARSCHUWING! Neem de
!
gebruiksaanwijzing grondig door en
gebruik de machine niet voor u alles
duidelijk heeft begrepen.
Draag altijd persoonlijke
veiligheidsuitrusting. Zie instructies in
het hoofdstuk "Persoonlijke
veiligheidsuitrusting".
•
Hou onbevoegden uit het werkgebied.
•
Voer dagelijks onderhoud uit. Zie de instructies in het
hoofdstuk "Onderhoud".
•
Zorg ervoor dat de ontstekingskabel goed op de
bougie zit.
Starten
Koude motor
•
Zet de gashendel in chokestand.
Starten van de motor
•
Zet de gashendel op vol gas.
•
Open de benzinekraan.
•
De motorrembeugel moet tegen de handgreep
worden gehouden wanneer de motor wordt gestart.
•
Ga achter de machine staan.
•
Pak de starthendel beet, trek met uw rechterhand het
starterkoord langzaam uit tot u weerstand voelt (de
starthaken grijpen in). Krachtig trekken om de motor
te starten. Wikkel het startkoord nooit rond uw hand.
BEDIENING
Aandrijving
•
Om de aandrijving te gebruiken schuift u de
koppelingshendel naar voren.
Stoppen
•
De motor wordt gestopt door de motorrembeugel los
te laten. De aandrijving wordt ook uitgeschakeld, als
men de rembeugel loslaat.
•
Alleen de aandrijving kan worden uitgeschakeld door
de remhendel iets omhoog te lichten.
–
Dutch
41