Het is de verantwoordelijkheid van de werk-
gever om ervoor te zorgen dat geschikte
beschermingsmiddelen gebruikt worden door
de gebruikers van het gereedschap en anderen
in de onmiddellijke omgeving van de werkplek.
8.
Gebruik de grasmaaier alleen bij daglicht of
helder kunstlicht.
9.
Gebruik de grasmaaier niet wanneer het gras
nat is.
10. Gebruik en onderhoud van accugereedschap
- Gebruik voor het opladen uitsluitend de door
de fabrikant voorgeschreven acculader. Een
acculader die geschikt is voor een bepaald type
accu kan brandgevaarlijk zijn bij gebruik met een
ander type accu.
- Gebruik elektrisch gereedschap uitsluitend
met de specifiek daarvoor geschikte accu. Het
gebruik van een ander type accu kan gevaar voor
brand of verwondingen opleveren.
- Wanneer de accu niet in gebruik is, dient
u deze uit de buurt te houden van metalen
voorwerpen, zoals paperclips, kleingeld,
sleutels, spijkers, schroeven of andere kleine
metalen voorwerpen die kortsluiting tussen
de accucontacten kunnen veroorzaken. Als
de accucontacten kortgesloten worden, kan dat
brandgevaar of brandwonden veroorzaken.
- Bij misbruik kan er vloeistof uit de accu vrij-
komen; vermijd aanraking daarmee. Als u per
ongeluk in aanraking komt met accuvloeistof,
wast u die dan met water af. Als er accuvloei-
stof in uw ogen komt, roept u dan bovendien
medische hulp in. De vloeistof uit de accu kan
huidirritatie of brandwonden veroorzaken.
- Werp de accu('s) niet in een vuur. De accu kan
exploderen. Raadpleeg de lokale regelgeving voor
mogelijke speciale verwerkingsvereisten.
- Open of vervorm de accu('s) niet. Het elek-
trolyt is agressief en kan letsel toebrengen aan de
ogen en huid. Het kan giftig zijn bij inslikken.
- Laad de accu niet op in de regen of op een
natte plaats.
11.
Houd de handgreep altijd stevig vast.
12. Zorg dat u stevig staat op hellingen.
13. Loop gewoon en ren niet.
14. Raak het snijblad of andere scherpe randen niet
aan bij het optillen of dragen van de grasmaaier.
15. Lichamelijke conditie - Gebruik de grasmaaier
niet onder de invloed van alcohol, stimule-
rende of verdovende middelen, of na het inne-
men van medicijnen.
16. Houd uw handen en voeten uit de buurt van
het draaiende snijblad. Let op - Het snij-
blad blijft nadraaien nadat de grasmaaier is
uitgeschakeld.
17. Gebruik uitsluitend de in deze handleiding
door de fabrikant voorgeschreven snijbladen.
18. Controleer vóór gebruik zorgvuldig de snijbla-
den en de bouten van de snijbladen op barsten
of andere beschadigingen. Vervang gebarsten
of beschadigde snijbladen of bouten van de
snijbladen onmiddellijk.
19. Zorg dat er geen andere personen in de buurt
zijn voordat u met maaien begint. Stop de
grasmaaier wanneer er iemand nadert.
20. Verwijder vóór het maaien eerst obstakels en
voorwerpen zoals stenen, ijzerdraad, glas,
botten en grote takken uit uw werkgebied, om
schade aan de grasmaaier en persoonlijk letsel
te voorkomen.
21. Stop het gebruik onmiddellijk wanner u iets
vreemds bemerkt. Schakel de grasmaaier uit
en verwijder de contactsleutel. Inspecteer
vervolgens de grasmaaier.
22. Als de grasmaaier is uitgerust met een maai-
hoogte-instelling, mag u nooit de maaihoogte
veranderen terwijl de grasmaaier draait.
23. Laat de schakelhendel los en wacht tot het
snijblad gestopt is voordat u een tuinpad,
trottoir, oprijlaan, straat of weg oversteekt, of
enig terrein waar grind ligt. Verwijder de con-
tactsleutel ook wanneer u de grasmaaier even
achterlaat, wanneer u een eindje verder iets
moet oprapen, of als u om enige andere reden
afgeleid bent van waar u mee bezig was.
24. Als het snijblad van de grasmaaier een voor-
werp raakt, kan ernstig letsel worden veroor-
zaakt. Controleer altijd vóór het maaien het
gras op voorwerpen die hinder of gevaar kun-
nen veroorzaken en verwijder ze op afdoende
wijze.
25. Als de grasmaaier een vreemd voorwerp raakt,
gaat u als volgt te werk:
- Stop de grasmaaier, laat de schakelhendel
los en wacht tot het snijblad helemaal tot stil-
stand is gekomen.
- Verwijder de contactsleutel en de accu.
- Controleer de grasmaaier zorgvuldig op
beschadigingen.
- Vervang het snijblad als het op enige wijze
beschadigd is. Repareer alle beschadigingen
voordat u de grasmaaier opnieuw start en in
gebruik neemt.
26. Controleer veelvuldig de grasmand op slijtage
en beschadigingen. Voor de opslag, verzekert
u uzelf ervan dat de grasmand leeg is. Vervang
een versleten grasmand uit veiligheidsover-
wegingen altijd door een origineel, nieuw
vervangingsonderdeel.
27. Wees uiterst voorzichtig wanneer u de gras-
maaier achteruit laat rijden of naar u toe trekt.
28. Stop de snijblad(en) wanneer u de grasmaaier
moet kantelen om hem te verplaatsen over een
ander oppervlak dan gras, en ook wanneer
u de grasmaaier vervoert van of naar het te
maaien terrein.
29. Gebruik de grasmaaier in geen geval wanneer
de beveiligingskappen of schermen defect
zijn, of wanneer beveiligingsdelen zoals de
keerschotten en/of grasmand afwezig zijn.
30. Schakel de grasmaaier zorgvuldig in volgens
de voorschriften, met uw voeten op veilige
afstand van de snijblad(en).
31. Kantel de grasmaaier niet wanneer u de motor
inschakelt, behalve wanneer het noodzakelijk
is de grasmaaier iets te kantelen om de motor
te starten. In dat geval kantelt u hem niet ver-
der dan strikt noodzakelijk en tilt u alleen het
van u afgerichte deel iets omhoog.
53 NEDERLANDS