4.
Het is belangrijk dat het schaafmes gelijk en vlak
tegen de binnenkant van de kaliberplaat aanligt, dat
de vastzetnokjes in de groef van het schaafmes rus-
ten en dat de zool van de afstelplaat volkommen
gelijk is met de zijkant van de mal. Controleer of dit
zo is, aangezien het gereedschap anders niet gelijk
kan schaven.
5.
Schuif de zool van de afstelplaat in de groef van het
schaafblok.
6.
Plaats de schaafblokplaat op de afstelplaat/aanzet-
plaat en draai de drie zeskantflensbouten vast, ech-
ter zo dat er een spleet blijft bestaan tussen het
schaafblok en de aanzetplaat om het mini-schaaf-
mes op z'n plaats te schuiven. Door de vastzetnok-
jes zal het mes op de aanzetplaat vastgehouden
worden.
Voor de juiste mesinstelling
Uw schaafvlak zal ruw en ongelijk worden, indien het mes niet correct is ingesteld. Het mes moet dusdanig gemon-
teerd worden dat de zijkant absoluut gelijk ligt ofwel parallel met het vlak van de achterzool.
Onderstaand enkele voorbeelden van juiste en onjuiste instellingen.
(A) Voorzool (beweegbaar)
(B) Achterzool (vast)
Correcte instelling
Happen in het oppervlak
Gutsen bij het begin
Gutsen het eind
Aansluiten van een stofzuiger (Fig. 9)
Voor gereedschap zonder mondstuk
Wanneer u tijdens het schaven schoon wilt werken, sluit
u een Makita-stofzuiger aan op uw gereedschap. Voordat
u de stofzuiger aansluit, verwijdert u de spaanafvoer
vanaf het gereedschap. Sluit vervolgens de stofzuiger-
slang aan op het mondstuk (optioneel accessoire), zoals
aangegeven in de afbeelding.
Voor gereedschap met mondstuk
Wanneer u tijdens het schaven schoon wilt werken, sluit
u een Makita-stofzuiger aan op uw gereedschap. Sluit
vervolgens de stofzuigerslang aan op het mondstuk,
zoals aangegeven in de afbeelding.
7.
De lengte van het mes dient met de hand zo te wor-
den bijgesteld dat de uiteinden van het mes op
gelijke afstand van de behuizing aan de ene kant en
de metalen beugel aan de andere kant uitsteken.
8.
Draai de drie zeskantflensbouten vast (met de bijge-
leverde soksleutel) en draai de cilinder rond om de
speling te controleren tussen de uiteinden van het
mes en de behuizing van het gereedschap.
9.
Controleer of de drie zeskante bouten goed zijn aan-
getrokken.
10. Herhaal de procedure, vanaf stap 1 tot en met 9 voor
het monteren van een ander schaafmes.
(A)
(B)
(A)
(B)
(A)
(B)
Verbindingsstuk (optioneel accessoire)
Door gebruikmaking van het speciale verbindingsstuk
kan het rondvliegen van schaafkrullen tot een minimum
worden beperkt. Hierdoor zal de werkruimte er schoner
gaan uitzien. (Fig. 10)
De verbindingsstuk kan worden bevestigd nadat de stan-
daard spaanafvoer van de machine is verwijderd. Bij het
bevestigen van de verbindingsstuk dient u de daarop
aanwezige pen in het achterste gat van het machinehuis
te steken. Gebruik dezelfde schroeven om de verbin-
dingsstuk te bevestigen. (Fig. 11)
Het mondstuk schoonmaken
Maak het mondstuk regelmatig schoon.
Gebruik perslucht om het verstopte mondstuk schoon te
maken.
Ofschoon dit zijaanzicht het niet toont,
draaien de snijkanten van het schaaf-
beitelmes perfect parallel met de ach-
terzool.
Oorzaak: Eén van beide schaafbeitel-
messen staat niet parallel
ingesteld met achterzool.
Oorzaak: Eén van beide schaafbeitel-
messen steekt niet vol-
doende uit in relatie tot
achterzool.
Oorzaak: Eén van beide schaafbeitel-
messen steekt te ver uit in
relatie tot achterzool.
27