Craftsman 25379 Manual De Las Instrucciones página 72

7. Ricerca
guasti.
7. Het
Iocaliseren
van fouten.
ll motore non parte
1.
Manca il carburante.
2.
Difetto di candeta.
3.
Collegamento
della candela difettoso.
4.
Sporco net sistema di alimentazione
e o nel carbura-
tore.
II motorino
di avviamento
non fa girare il motore
1.
Batteria scarica.
2.
Difetto di contatto tra cavo e polo della batteria.
3.
Leva di inserimento det tagliaerba in posizione errata.
4.
Fusibite principale bruciato.
5,
Interruttore a chiave guasto.
6.
Interruttore
di sicurezza
per pedale
freno/frizione
guasto.
7.
Premere il pedale freno/frizione.
II motore non gira bene
1.
Scalare di marcia.
2.
Difetto di candela.
3.
Difetto regolazione carburatore.
4.
Filtro ostruito.
5.
Sfiato serbatoio carburante ostruito.
6.
Controllare la registrazione dell'accensione.
7.
Sporco nei tubi det carburante.
II motore non "tira"
bene
1.
Filtro dell'aria ostruito.
2.
Difetto di candela.
3.
Sporco nel carburatore o nei tubi det carburante.
4.
Difetto regolazione carburatore.
II motore si surriscalda
1.
Motore sotto sforzo.
2.
Presa d'aria o alette di raffreddamento
ostruite.
3.
Ventola danneggiata.
4.
Manca olio net motore.
5.
Accensione
difettosa.
6.
Difetto di candeta.
La batteria non ricarica
1.
Fusibile bruciato.
2.
Uno o pi_ etementi danneggiati.
3.
Cattivo contatto tra cavi epoli della batteria.
Le luci non funzionano
1.
Lampade bruciate o rotte.
2.
Interruttore guasto.
3.
Cortocircuito netl'impianto etettrico.
La macchina
vibra
1.
Le lame sono lente.
2.
II motore e lento.
3.
Lame fuori equilibrio
causato da danneggiamento
o
difetto di affilatura.
Risultato
di taglio irregolare
1.
Lame da affilare.
2.
Tagtaierba fuori assetto.
3.
Erba alta o bagnata.
4.
Accumulo di erba sotto il coprilame.
5.
Pressione non uniforme nei pneumatici.
6.
Marcia troppo alta.
7.
La cinghia stitta.
De motor start niet
1.
Er is geen benzine in de tank.
2.
De bougie is defect.
3.
De bougie-aanstuiting
is defect.
4. Vuit in carburateur of brandstofleiding.
De startmotor
trekt de motor niet
1.
De accu is leeg.
2. Stecht contact tussen kabel en accupoot.
3. Aan/uitschakethendet
in foutieve stand.
4.
De hoofdzekering
is defect.
5.
Het stuurslot/contact
is defect.
6.
Het veiligheidscontact
voor koppetings/rempedaal
defect.
7.
Koppetings/rempedaal
niet ingedrukt.
is
De motor Ioopt niet gelijkmatig
1. Te hoge versnelting.
2.
De bougie is defect.
3.
De carburateur is foutief ingestetd.
4.
Het luchtfilter zit dicht.
5.
De ventilatie van de brandstoftank
is verstopt.
6.
De ontsteking is verkeerd ingestetd.
7. Vuit in de brandstofleidingen.
De motor lijkt zwak/weinig
vermogen
1.
Het luchtfilter is verstopt.
2.
De bougie is defect.
3. Vuit in de carburateur of brandstofleiding.
4.
De carburateur is verkeerd ingesteld.
De motor raakt oververhit
1.
De motor is overbelast.
2.
De luchtinlaat of de koetribben zitten verstopt.
3.
De ventilator is beschadigd.
4. Te weinig of geen olie in de motor.
5.
Het voorgloeien is defect.
6.
De bougie is defect.
De accu laadt niet op
1.
De zekering is defect.
2.
Een of meer celten zijn beschadigd.
3. Accupolen en kabets maken geen contact.
De verlichting
werkt niet
1.
De gloeilampen zijn stuk.
2.
De schakelaar is defect.
3.
Kortsluiting in de leiding.
De machine
trilt
1.
De messen zitten los.
2.
De motor zit los.
3.
E_6nof beide messen zijn in onbalans, veroorzaakt
door beschadiging
of slechte balans na het slijpen.
Hoogte van gemaaid gras is ongelijk
1.
De messen zijn bot.
2.
De maaikast staat niet recht.
3.
Lang of nat gras.
4. Grasophoping
onder de kap.
5.
De luchtdruk in de banden is links en rechts niet getijk.
6. Te hoge versnetling.
7.
De aandrijfriem stipt.
72
loading