Energie Monitoring relaisinterface
7
Proefdraaien
Alvorens beginnen van proefdraaien
Zet de stroom aan op de Energie Monitoring relaisinterface nadat alle kabelverbindingen en instellingen zijn
voltooid. Schakel de stroom in voor het airconditioner beheersysteem.
Proefdraaien
Bevestigen van externe invoerverbinding
• In de testmodus - indien de externe invoeren verbonden zijn met invoerterminals DI-1 tot DI-8 en deze zijn
ingeschakeld - zullen de desbetreffende LED's oplichten zodat u de aansluiting kunt bevestigen.
▼ Bevestiging van procedure:
Zet de SW2 bedrijfsmodus schakelaar op "3"en druk op de SW6 terugstelschakelaar om testmodus te betreden.
Totdat u op SW4 drukt zals de desbetreffende invoerstatus van DI-1 tot DI-4 worden aangegeven door LED2 tot
LED5.
Zodra u op SW4 drukt zal de desbetreffende status van DI-5 tot DI-8 worden aangegeven door LED2 tot LED5.
(*) Om naar normale werking terug te keren zet u SW2 terug op "nul (0)" en drukt u op SW6.
Weergave van DI-1
SW4 OFF
invoerstatus.
Weergave van DI-5
SW4 ON
invoerstatus.
Controleert de RS-485 communicatiestatus
Gebruik LED2 voor het controleren van de RS-485 communicatiestatus.
Indien de RS-485 communicatie met de Touchscreen Bediener of overige centrale bediener normaal functioneert
dan stopt LED2 met knipperen.
LED1
Stroomindicator
LED2
RS-485 communicatie statusindicator
LED3
Niet in gebruik
LED4
Test indicator
LED5
Test indicator
9-NL
LED2
Weergave van DI-2
invoerstatus.
Weergave van DI-6
invoerstatus.
Invoer ON: LED-lampen
Invoer OFF: LED schakelt uit
LED
LED3
Weergave van DI-3
invoerstatus.
Weergave van DI-7
invoerstatus.
Normale werking
ON
Knipperend
OFF
OFF
OFF
– 39 –
Installatiehandleiding
LED4
Weergave van DI-4
invoerstatus.
Weergave van DI-8
invoerstatus.
Onregelmatige werking
OFF
OFF
—
—
—
LED5