3.4 Breng de sensor aan in de doorstroomcel.
Houd de sensor tijdens de montage en het verwijderen in een verticale positie met het membraan naar beneden.
Schud de sensor niet, anders kan de elektrolyt verontreinigd raken door zuurstof.
3.5 Sluit de monsterslangen aan
Opmerking: De slangfittingen en monsterslangen worden door de gebruiker geleverd.
1. Breng een ¼-inch NPT-slangfitting aan in de monsterinlaatopening en monsteruitlaatopening van
de doorstroomcel. Zie
2. Gebruik een slang met een buitendiameter van 6 mm (of ¼ inch) om de monstertoevoerleiding
aan te sluiten op de monsterinlaataansluiting.
3. Gebruik een slang met een buitendiameter van 6 mm (of ¼ inch) om de monsteruitlaataansluiting
te verbinden met een open afvoer.
L E T O P
Afbeelding
3.
Nederlands 187