Ga bij alarm als volgt te werk:
•
Sluit onmiddellijk de gastoevoerklep.
•
Open het raam en laat de lucht snel de kamer
binnenkomen.
•
Schakel elke vuurbron uit en gebruik niets dat brand kan
veroorzaken, bijvoorbeeld aanstekers en lucifers.
•
Vermijd het ontsteken van elektrische apparatuur.
•
Probeer de exacte plaats te vinden waar het gaslek zich
voordoet en breng onmiddellijk de gespecialiseerde
instellingen of een gekwalificeerd persoon op de hoogte.
Veiligheidswaarschuwingen
•
Sluit de gasdetector en de magneetklep correct aan.
Een verkeerde aansluiting van de draden kan bij een
alarm negatieve gevolgen hebben.
•
Maak de detector en vooral de luchtinlaatsleuven
regelmatig schoon.
•
Steek geen vloeistoffen of voorwerpen in de sleuven van
de detector.
•
Test de werking van de detector elke zes maanden.
Indicator-LED
Rode LED knippert
Gele LED aan
Groene LED aan
Groene LED knippert
(eenmaal per seconde)
Gaslekalarm
Sensorfout
Aangedreven apparaat
Sensorpriming
53
NL