Bij een waterkraan met een
*
schroefdraad van 26,5 mm
(G¾") draait u eerst het
reduceerstuk
kraanstuk
2 ]
[
vervolgens het kraanstuk
de waterkraan (zie afb . F) .
Sluit de toevoerslang
*
op het slangstuk
vervolgens het slangstuk
aan op het kraanstuk
(zie afb . G) . Let op dat deze
hoorbaar inklikt .
Verbind het andere einde van
*
de toevoerslang
slangstuk met waterstop
Sluit vervolgens het slangstuk
met waterstop
slanghaspelkraan
ervoor dat deze vastklikt
(zie afb . B) .
Sluit de tuinsproeier
*
het slangstuk met waterstop
Let op dat deze hoorbaar inklikt .
Let op dat de tuinsproeier
gesloten is (zie afb . I) .
Het product is klaar voor gebruik .
in het
1 ]
[
en draait u
2 ]
[
aan
13 ]
[
. Sluit
[
3 ]
3 ]
[
2 ]
[
met het
[
13 ]
.
4 ]
[
aan op de
[
4 ]
. Zorg
15 ]
[
aan op
[
5 ]
4 ]
[
5 ]
[
Demontage
Ga voor demontage in de
omgekeerde volgorde van de
montage te werk (zie hoofdstuk
"Montage") .
op
Bediening
Slang uitrollen
Trek de irrigatieslang
*
de gewenste lengte uit de
slangkast
Stop met trekken . De
*
irrigatieslang
ingetrokken totdat deze door
de terugkeerblokkering wordt
vastgehouden .
Open de waterkraan . Zorg
*
ervoor dat de tuinsproeier
gesloten is .
Open de tuinsproeier
*
deze met de wijzers van de klok
.
mee te draaien (zie afb . I) .
De irrigatieslang
*
worden uitgetrokken tot aan de
rode markering .
tot
[
12 ]
(zie afb . H) .
11 ]
[
wordt kort
12 ]
[
5 ]
[
mag alleen
12 ]
[
5 ]
[
door
NL/BE
59