Als het programma de 'werkelijke hartslag' niet detecteert, wordt het programma onderbroken en wordt de
weerstand niet verhoogd. De PULS-weergave geeft 'P' weer.
De gebruikers kan de weerstand ook verhogen of verlagen met behulp van de pijltoetsen.
Indien de 'werkelijke hartslag' 4 lager is dan de 'vooraf ingestelde hartslag' zal het programma de weerstand
automatisch verhogen. De verhoging vindt plaats in stappen van 1 niveau, de maximale verhoging is niveau
16.
Indien de 'werkelijke hartslag' 4 hoger is dan de 'vooraf ingestelde hartslag' zal het programma de
weerstand automatisch verlagen. De verlaging vindt plaats in stappen van 1 niveau, de maximale verlaging
is niveau 1.
Als de werkelijke hartslag gedurende 3 achtereenvolgende minuten gelijk is aan de vooraf ingestelde
hartslag of de ingestelde tijd verlopen is, stopt het programma de 'hartslagcontrole' automatisch en schakelt
over op 'AFKOELEN'.
C. 'AFKOELEN' gedurende 1 minuuut na 'Hartslagcontrole'.
Bij het starten van de functie '1 minuut AFKOELEN' hoort u een lange pieptoon en geeft het
dotmatrixscherm 'KOELEN' weer. De TIJD-weergave begint 1 minuut af te tellen.
Tijdens het AFKOELEN is het weerstandsniveau 1 en alle gegevens van de vorige functie 'hartslagcontrole'
worden geregistreerd en blijven gebruikt worden.
In de functie AFKOELEN kunnen alleen de toetsen 'STOP/RESET' gebruikt worden.
WATT-modus
Druk op de pijltoetsen om WATT te selecteren.
Druk op Enter om de instellingenpagina te openen.
Nadat u op ENTER hebt gedrukt, gaat de WATT-indicator aan en verlicht de led-indicator de 'WATT'-
weergave. De oorspronkelijke waarde voor 'WATT' is '120'. Druk op de pijltoetsen om 'WATT' in te stellen.
Nadat u de WATT hebt ingesteld, druk u op ENTER, de TIJD-indicator gaat aan en de led-indicator verlicht
de 'TIJD'-weergave. De oorspronkelijke waarde voor 'TIJD' is '0:00'. Druk op de pijltoetsen om de 'TIJD' in te
stellen.
Nadat u de 'TIJD' hebt ingesteld, druk u op ENTER, de AFSTAND-indicator gaat aan en de led-indicator
verlicht de 'AFSTAND'-weergave. De oorspronkelijke waarde voor 'AFSTAND' is '0.0'. Druk op de pijltoetsen
om de 'AFSTAND' in te stellen.
Nadat u de 'AFSTAND' hebt ingesteld, druk u op ENTER, de CALORIEËN-indicator gaat aan en de led-
indicator verlicht de 'CALORIEËN'-weergave. De oorspronkelijke waarde voor 'CALORIEËN' is '0'. Druk op
de pijltoetsen om de 'CALORIEËN' in te stellen.
De TIJD – AFSTAND – CALORIEËN kunnen in cyclus worden ingesteld. Nadat u de doelwaarden voor de
TIJD, AFSTAND en CALORIEËN hebt bepaald, drukt u op 'START' en begint de betreffende modus te
functioneren.
U kunt de ENTER-toets tijdens het trainen gebruiken om te schakelen tussen weergave van 'SNELHEID -
TIJD - AFSTAND/RPM - CALORIEËN - WATT'.
Als u tijdens het trainen op 'PAUZE' drukt, wordt het programma onderbroken. De weergave
TIJD/AFSTAND/CALORIEËN geeft beurtelings de bewegingsgegevens weer.
Als u de voorgaande training wilt hervatten nadat u op 'PAUZE' hebt gedrukt, drukt u op 'START', het
programma gaat verder op basis van de TIJD/AFSTAND/CALORIEËN-gegevens die voor de onderbreking
werden geregistreerd.
Door op 'STOP' te drukken stopt u het programma, door nogmaals op 'STOP' te drukken wist u de
trainingsgegevens en gaat u terug naar de programmaselectiepagina voor
HANDMATIG/PROGRAMMA/GEBRUIKER/HRC/WATT.
Tijdens het trainen kunnen dotmatrixberichten worden weergegeven.
Tijdens de training, als de RPM geen 30 bereikt, geeft het scherm gedurende tweemaal 5 seconden een
rollende serie 'RPM↑' weer. Na dit bericht, als de RPM nog steeds geen 30 bereikt, wordt het programma
onderbroken en geeft de dotmatrixweergave gedurende tweemaal 5 seconden een rollende serie 'PAUZE'
weer.
49